Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

De bevalling

De bevalling 
1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De bevalling 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je kunnen?
  1. Ik beschrijf aan de hand van een afbeelding in welke stadia van de zwangerschap het embryo bepaalde ontwikkelingen doormaakt.
  2. Ik noem welke veranderingen er bij de moeder tijdens de zwangerschap plaatsvindt. 
  3. Ik leg aan de hand van een afbeelding uit wat er bij de geboorte gebeurt. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  • Ontwikkeling van het embryo en de geboorte (5 min)

  • Maken 2.8.6 (20 min)

  • De GROTE voortplantingsquiz, 45 vragen (20 min)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De voortplantingsquiz

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan, noemen we
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


A
Blaas
B
Klieren van Cowper
C
Prostaat
D
Zaadblaasje

Slide 8 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Endeldarm
B
Spermakanaal
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 9 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Bijbal
B
Blaas
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 10 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Spermakanaal
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 11 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Blaas
B
Eikel
C
Teelbal
D
Voorhuid

Slide 12 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 13 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Anus
B
Blaas
C
Endeldarm
D
Ruggenwervel

Slide 14 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Wel menstruatie en geen ovulatie
B
alleen ovulatie en geen menstruatie
C
zowel menstruatie als ovulatie
D
zowel geen menstruatie als geen ovulatie meer

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de menstruatie komt een eicel vrij uit de eierstok
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wordt tijdens de menstruatie het slijmvlies van de baarmoederwand dikker?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat verlaat de baarmoeder bij menstruatie?

A
alleen bloed
B
eicellen
C
alleen slijmvlies
D
bloed en slijmvlies

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


nr. 5
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is nummer 3?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet deel 2?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet nummer 2?
A
urine leider
B
Eileider
C
eierstok
D
vagina

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Waar kan bevruchting plaatsvinden?
A
1
B
3
C
1 en 2
D
1 en 7

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De pil beschermt tegen SOA’s en zwangerschap
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke week in je zwangerschap wordt een embryo een foetus?
A
11
B
12
C
38
D
40

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat voorkomt een condoom?
A
voorkomt zwangerschap
B
voorkomt een soa
C
voorkomt een zaadlozing
D
A en B zijn goed

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

De pil beschermt tegen SOA’s en zwangerschap
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Tom zegt: "de placenta bestaat uit weefsel van het embryo en weefsel van de moeder"

Klopt het wat Tom zegt?
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per zwangerschap

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


nr. 5.
A
vruchtvlies
B
placenta
C
navelstreng
D
moederkoek

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


nr. 2
A
vruchtvlies
B
placenta
C
navelstreng
D
moederkoek

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

wat is nummer 1
A
navelstreng
B
placenta
C
baarmoeder
D
embryo

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Welk bloed in deze navelstreng is van de baby?
A
Rood
B
Blauw
C
Beide
D
Niets

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions


Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?
A
weeën
B
na de geboorte (nageboorte)
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke fase van de geboorte zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Welke weg legt een zaadcel na zaadlozing af?
A
vagina - baarmoedermond-baarmoeder- eileider
B
baarmoeder - vagina - eileider
C
baarmoedermond- eileider - baarmoeder - vagina
D
vagina - baarmoeder - eileider - baarmoedermond

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat klopt NIET over de vagina?
A
De vagina is de plek waar het embryo groeit.
B
De vagina is heel rekbaar.
C
De vagina is de plek waar ook urine door naar buiten komt.
D
Door de vagina wordt een kindje geboren.

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
oestrogeen
B
testosteron
C
adrenaline
D
insuline

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon laat de eicel rijpen?
A
Oestrogeen
B
FSH
C
LH
D
Testosteron

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Door een piek van het hormoon FSH wordt bij de vrouw de ovulatie op gang gebracht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Waar zorgt LH (Lutheïniserend Hormoon) voor?
A
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
B
De ovulatie en vorming van het gele lichaam
C
Rijping van een follikel
D
Remming van FSH

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Enkele weken voor de bevalling zakt het hoofdje van de foetus in het bekken. Hoe heet dit proces?
A
ontsluiting
B
indaling
C
uitdrijving
D
nageboorte

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Het blaasje waarin de eicel rijpt heet...
A
Folikkel
B
Eiblaasje
C
Geel lichaam

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Bij een vrouw is het gele lichaam na 4 weken nog niet verschrompeld.
Wat betekent dat?
A
Ze is ongesteld
B
Ze heeft een eisprong
C
ze is zwanger

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we een baby na de innesteling
A
embryo
B
foetus
C
zygote
D
eicel

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Door welk bloedvat stroomt bloed van de placenta naar het embryo?
A
navelstrengslagader
B
navelstrengader

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt een baby van afvalstoffen af
A
Via de mond
B
Via het vruchtwater
C
Via de baarmoeder
D
Via de placenta

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 53 - Drag question

This item has no instructions