This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Werken met de kassa in de supermarkt
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je zelfstandig werken met de kassa in de supermarkt.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de studenten zullen leren.
Wat weet je al over het werken met de kassa in de supermarkt?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
kassa
Slide 4 - Mind map
This item has no instructions
Verschillende soorten kassa's
Er zijn verschillende soorten kassa's in de supermarkt. Denk aan zelfscankassa's, kassa's met touchscreen en de traditionele kassa met toetsenbord.
Slide 5 - Slide
Beschrijf de verschillende soorten kassa's en laat voorbeelden zien.
Producten scannen
Een belangrijk onderdeel van werken met de kassa is het scannen van producten. Zorg dat de barcode goed gescand wordt en bevestig de prijs.
Slide 6 - Slide
Leg uit hoe het scannen van producten werkt en geef tips om het goed te doen.
Klantenservice
Soms moet je als kassamedewerker klantenservice verlenen. Bijvoorbeeld als een product niet gescand kan worden.
Slide 7 - Slide
Beschrijf de verschillende situaties waarin klantenservice nodig kan zijn en geef tips voor hoe hiermee om te gaan.
Betaling
Bij het afrekenen moet de klant betalen. Er zijn verschillende manieren om te betalen, zoals contant, pinnen of met een creditcard.
Slide 8 - Slide
Leg uit hoe de verschillende betaalmethoden werken en geef tips voor hoe hiermee om te gaan.
Bonnetje
Na het afrekenen wordt er een bonnetje geprint. Controleer of alle producten op de bon staan en geef het bonnetje aan de klant.
Slide 9 - Slide
Leg uit waarom het bonnetje belangrijk is en wat erop moet staan.
Oefenen
Nu gaan we oefenen met de kassa. Scan de producten en reken af zoals je net hebt geleerd.
Slide 10 - Slide
Laat de studenten in groepjes of alleen oefenen met de kassa.
Samenvatting
Je hebt vandaag geleerd hoe je zelfstandig kunt werken met de kassa in de supermarkt. Je weet hoe je producten moet scannen, klantenservice moet verlenen, betalingen moet afhandelen en bonnetjes moet printen.
Slide 11 - Slide
Vat de les samen en herhaal het leerdoel.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.