Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 4, gezondheid (de opmaat)

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

1 / 86
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 86 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 1 - Slide

Oefening
Lezen
Oefening 5
blz. 186,187

Slide 2 - Slide

Lezen
Oefening 5
blz. 186,187

Slide 3 - Slide

Lezen
Oefening 5
blz. 186,187

Slide 4 - Slide

Lezen
Oefening 5
blz. 186,187

Slide 5 - Slide

Lezen
Oefening 5
blz. 186,187

Slide 6 - Slide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk woord past in de zin?
Ik ga naar huis, ...... ik ben ziek.
A
maar
B
dus
C
en
D
want

Slide 9 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Ik heb koorts, ...... ik neem paracetamol.
A
maar
B
dus
C
en
D
want

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Ik wil thuis blijven, ...... ik moet werken.
A
maar
B
dus
C
en
D
want

Slide 11 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Ik ga naar de bioscoop, ...... ik kijk thuis een serie op Netflix.
A
maar
B
dus
C
of
D
want

Slide 12 - Quiz

Ik pak mijn paraplu, want .....
het
regent
buiten

Slide 13 - Drag question

Ik heb honger, dus .....
eet
een broodje
ik

Slide 14 - Drag question

Ik wil nieuwe schoenen kopen, maar .....
geen geld
heb
ik

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Welk woord past in de zin?
Hij is blij, ...... hij gewonnen heeft

A
omdat
B
want

Slide 17 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Ze gaat met de auto, ..... haar fiets is kapot.

A
omdat
B
want

Slide 18 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Wanneer ga je naar de bioscoop?
..... er een mooie film draait.

A
als
B
dus

Slide 19 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Waarom ben je verdrietig?
...... ik verloren heb.

A
als
B
omdat

Slide 20 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Wanneer ga je naar huis?
...... het 17.30 uur is.

A
als
B
omdat

Slide 21 - Quiz

Ik wil een nieuwe jas kopen, omdat .....
mijn oude jas
kapot
is

Slide 22 - Drag question

wij gaan naar het strand, als .....
is
mooi weer
het

Slide 23 - Drag question

Praat samen
-> Maak een bijzin
1. Ik ga naar huis, omdat ...... (ziek - zijn)
2. Ik zit aan tafel, als ..... (maken - huiswerk)
3. Ik drink water, omdat ..... (dorst - hebben)
4. Ik ga naar de bakker, als ..... (kopen - brood)
5. Ik ben misselijk, omdat ..... (eten - veel)
6. Ik ga naar de huisarts, als .... (buikpijn - hebben)
7. Ik bel de dokter, als .... (maak - afspraak)

Slide 24 - Slide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 27 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  
2. 
3. 
4. 
5. 
6. 


Slide 28 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  Ik ben verhuisd, daarom zoek ik een nieuwe huisarts.
2. 
3. 
4. 
5. 
6. 


Slide 29 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  Ik ben verhuisd, daarom zoek ik een nieuwe huisarts.
2. Ik bel de huisartsenpraktijk om te vragen of er nog plaats is.
3. 
4. 
5. 
6. 


Slide 30 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  Ik ben verhuisd, daarom zoek ik een nieuwe huisarts.
2. Ik bel de huisartsenpraktijk om te vragen of er nog plaats is.
3. De assistente neemt de telefoon op en zegt dat er nog ruimte is.
4. 
5. 
6. 


Slide 31 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  Ik ben verhuisd, daarom zoek ik een nieuwe huisarts.
2. Ik bel de huisartsenpraktijk om te vragen of er nog plaats is.
3. De assistente neemt de telefoon op en zegt dat er nog ruimte is.
4. Ze legt uit dat ik me via de website moet inschrijven.
5. 
6. 


Slide 32 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  Ik ben verhuisd, daarom zoek ik een nieuwe huisarts.
2. Ik bel de huisartsenpraktijk om te vragen of er nog plaats is.
3. De assistente neemt de telefoon op en zegt dat er nog ruimte is.
4. Ze legt uit dat ik me via de website moet inschrijven.
5. Daarna maak ik een afspraak voor een kennismakingsgesprek.
6. 


Slide 33 - Slide

dictee
Schrijf de zin op.
1.  Ik ben verhuisd, daarom zoek ik een nieuwe huisarts.
2. Ik bel de huisartsenpraktijk om te vragen of er nog plaats is.
3. De assistente neemt de telefoon op en zegt dat er nog ruimte is.
4. Ze legt uit dat ik me via de website moet inschrijven.
5. Daarna maak ik een afspraak voor een kennismakingsgesprek.
6. Ik moet ook een formulier invullen met medische gegevens.


Slide 34 - Slide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 35 - Slide

deze, die, dit, dat

het huis
dit huis
dat huis
dichtbij
ver weg
grammatica, blz. 319

Slide 36 - Slide

deze, die, dit, dat
de kast
die kast
deze kast
ver weg
dichtbij

Slide 37 - Slide

deze, die, dit, dat
de huizen
deze huizen
die huizen
ver weg
dichtbij

Slide 38 - Slide

deze, die, dit, dat
de kasten
die kasten
deze kasten
ver weg
dichtbij

Slide 39 - Slide

deze, die, dit, dat
de maand
die maand
deze maand
Nu
andere tijd (verleden/toekomst)

Slide 40 - Slide

deze, die, dit, dat
het jaar
dat jaar
dit jaar
andere tijd (verleden/toekomst)
Nu

Slide 41 - Slide

Oefenen: deze, die, dit, dat
Praat samen

het boek
... boek is van mij.
... boek is van jou.

de pen                       de trui
de papieren              het horloge
de tafels                    de telefoon
het raam                   het haar
het potlood              de schoenen
de deur                     de tas
de stoel                     de lamp



Slide 42 - Slide

het paard

... (1) paard is wit en
... (2) paard is zwart.
1
2
A
1. deze - 2. die
B
1. dit - 2. dat

Slide 43 - Quiz

de kat

... (1) kat staat vooraan en
... (2) kat staat verder weg.
1
2
A
1. deze - 2. die
B
1. dit - 2. dat

Slide 44 - Quiz

de koeien

... (1) koeien kijken naar mij.
... (2) koeien kijken de andere kant op.
1
2
A
1. deze - 2. die
B
1. dit - 2. dat

Slide 45 - Quiz

Oefenen: deze, die, dit, dat
grammatica, blz. 319 - oefening 36

Slide 46 - Slide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 47 - Slide

Luisteren
Oefening 18
blz. 203, 204

Slide 48 - Slide

Luisteren
Oefening 18
blz. 203, 204

Slide 49 - Slide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 6-12

Lezen                   Oefening 5 - nabespreken
Grammatica       Zinnen maken
Spreken              Lichaamsdelen en voorzetsels

Pauze

Schrijven             Dictee
Grammatica       Deze, die, dit, dat
Luisteren             Oefening 18


Huiswerk:

Thema 7
1. Oefening 17: Vul  het formulier in
2. Oefening 18: Luisteren
2. www.nt2school.nl
  • Thema 6: Grammatica
3. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Slide 50 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 51 - Slide

Wat is de stam?
fietsen
A
fietst
B
fietsen
C
fiets
D
fiet

Slide 52 - Quiz

Wat is de stam?
zoeken
A
zoek
B
zoekt
C
zoeken
D
zocht

Slide 53 - Quiz

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 54 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 55 - Slide

Wat is goed?
lopen
A
hij loop
B
hij loopt
C
hij lopen
D
hij lopt

Slide 56 - Quiz

Wat is goed?
luisteren
A
ik luistert
B
ik luisteren
C
ik luister
D
ik luis

Slide 57 - Quiz

Wat is goed?
zoeken
A
wij zoeken
B
wij zoekt
C
wij zoeke
D
wij zoek

Slide 58 - Quiz

Wat is goed?
fietsen
A
fietst je
B
fietsen je
C
fiets je
D
fiet je

Slide 59 - Quiz

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 60 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  

Slide 61 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. 


Slide 62 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. 


Slide 63 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. maken
4. 


Slide 64 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. maken
4. zakken
5. 


Slide 65 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. maken
4. zakken
5. weten
6. 


Slide 66 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. maken
4. zakken
5. weten
6. zetten
7. 


Slide 67 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. maken
4. zakken
5. weten
6. zetten
7. studeren
8. 


Slide 68 - Slide

dictee
Schrijf de woorden op.
1.  lopen
2. stoppen
3. maken
4. zakken
5. weten
6. zetten
7. studeren
8. pakken


Slide 69 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 70 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 71 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 72 - Slide

zijn
Ik ..... moe.
A
is
B
ben
C
zijn

Slide 73 - Quiz

zijn
Hij ..... thuis.
A
is
B
ben
C
zijn

Slide 74 - Quiz

zijn
Jullie ..... thuis.
A
is
B
ben
C
zijn

Slide 75 - Quiz

hebben
Wij .... vakantie.
A
heb
B
heeft
C
hebt
D
hebben

Slide 76 - Quiz

hebben
Ik .... honger.
A
heb
B
heeft
C
hebt
D
hebben

Slide 77 - Quiz

hebben
Je .... vandaag vrij.
A
heb
B
heeft
C
hebt
D
hebben

Slide 78 - Quiz

hebben
... je het koud?
A
heb
B
heeft
C
hebt
D
hebben

Slide 79 - Quiz

hebben
De mensen ..... lang gewacht.
A
heb
B
heeft
C
hebt
D
hebben

Slide 80 - Quiz

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 81 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 82 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 83 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 84 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 85 - Slide

Grammatica
blz. 17,18,19

Slide 86 - Slide