What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Hoofdstuk 1 procenten
Inhoudsopgave
breuken berekenen (1.1) Dia 3 - 8
grote getallen (1.4) Dia 9
percentage berekenen (1.2, 1.4 1.5) Dia 10 - 25
procentuele toename berekenen (1.3) Dia 26 - 31
promillage berekenen (1.6) Dia 32 - 33
exponentiële toename berekenen (1.7) Dia 34 - 39
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
70 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Inhoudsopgave
breuken berekenen (1.1) Dia 3 - 8
grote getallen (1.4) Dia 9
percentage berekenen (1.2, 1.4 1.5) Dia 10 - 25
procentuele toename berekenen (1.3) Dia 26 - 31
promillage berekenen (1.6) Dia 32 - 33
exponentiële toename berekenen (1.7) Dia 34 - 39
Slide 1 - Slide
Verplicht om te maken
Dia's 6, 8, 15, 17, 23 , 25, 30, 33, 37 en 39
Slide 2 - Slide
Breuken berekenen
Het Calscollege heeft 2100 leerlingen.
Van de leerlingen is deel een jongen.
Laat met een berekening zien dat er 1200 meisjes op het Calscollege zijn.
7
3
Slide 3 - Slide
Stap 1.
Bereken welke deel meisje is.
Stap 2.
Bereken hoeveel meisjes er zijn.
deel van 2100 2100 : 7 = 300
deel van 2100 300 × 4 = 1200
1
=
7
7
7
7
−
7
3
=
7
4
7
1
7
4
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Een ijsberg steekt 4 meter boven het zeewater uit.
5/8 deel van de ijsberg is onder water.
Hoe hoog is de ijsberg in totaal?
A
6,5 meter
B
6,7 meter
C
10,5 meter
D
10,7 meter
Slide 6 - Quiz
4 meter = 3/8 deel
1/8 deel = 4 : 3 = 1,333
8/8 deel = 1,333 × 8 = 10,6667 meter
Slide 7 - Slide
Maak nu opdracht 1 t/m 5 op blz 60 van je boek.
Slide 8 - Slide
Grote getallen (1.4)
1 000 = duizend
1 000 000 = miljoen
1 000 000 000 = miljard
Schrijf 1,43 miljoen in getallen
1,43 × 1 000 000 = 1 430 000
Slide 9 - Slide
Percentage berekenen (1.2)
Je krijgt 35% korting op een fiets van € 700,-
Hoeveel is de nieuwe prijs?
Slide 10 - Slide
Stap 1.
Lees de opdracht en bedenk waar de gegevens passen in de verhoudingstabel.
Je krijgt 35% korting op een fiets van € 700,-
Je betaalt 100 - 35 = 65%
%
100
€
Slide 11 - Slide
Je krijgt 35% korting op een fiets van € 700,-
Hoeveel is de nieuwe prijs?
%
100
65
€
700
Stap 2.
Zet tussen de getallen die je weet de
1
%
100
1
65
€
700
Slide 12 - Slide
Je krijgt 35% korting op een fiets van € 700,-
Hoeveel is de nieuwe prijs?
Stap 3.
Reken de nieuwe prijs uit.
700 : 100 × 65 = 455
%
100
1
65
€
700
455
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Een televisie kost € 399,- zonder 21% btw.
Bereken de prijs inclusief btw.
A
329,75
B
482,79
C
1900
D
4028
Slide 15 - Quiz
Een televisie kost € 399,- zonder 21% btw.
Bereken de prijs inclusief btw.
Bedenk:
399 = 100%
De prijs inclusief btw = 100 + 21 = 121%
399 : 100 × 121 = 482,79
%
100
1
121
€
399
Slide 16 - Slide
Maak opdracht 6 t/m 9 van je boek.
Slide 17 - Slide
Terug naar 100 (1.5)
Een telefoon kost € 730,- inclusief 21% btw.
Bereken de prijs exclusief btw.
Slide 18 - Slide
Stap 1.
Lees de opdracht en bedenk waar de gegevens passen in de verhoudingstabel.
Een telefoon kost € 730,- inclusief 21% btw.
Dit is 100 + 21 = 121%
%
100
€
Slide 19 - Slide
Een telefoon kost € 730,- inclusief 21% btw.
Dit is 100 + 21 = 121%
%
100
121
€
730
Stap 2.
Zet tussen de getallen die je weet de
1
%
100
1
121
€
730
Slide 20 - Slide
Een telefoon kost € 730,- inclusief 21% btw.
Bereken de prijs exclusief btw.
Stap 3.
Reken de prijs
exclusief btw uit.
730 : 121 × 100 = 603,31
%
100
1
121
€
603,305
730
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Bluetooth oortjes zijn 8% duurder geworden.
Dat is een prijsverhoging van € 4,72.
Bereken de oude prijs.
A
58,41
B
59
C
71,39
D
72
Slide 23 - Quiz
Bluetooth oortjes zijn 8% duurder geworden.
Dat is een prijsverhoging van € 4,72.
Bereken de oude prijs.
Bedenk:
4,72 = 8%
De oude prijs = 100%
4,72 : 8 × 100 = 59
%
100
1
8
€
4,72
Slide 24 - Slide
Maak nu opdracht 11 t/m 15 van je boek
Slide 25 - Slide
Procentuele toename (1.3)
Het aantal leerlingen van het Anna is gestegen
van 750 naar 800.
Bereken de procentuele toename.
Slide 26 - Slide
Stap 1.
Lees de opdracht en bedenk waar de gegevens passen in de verhoudingstabel.
Het aantal leerlingen van het Anna is gestegen
van 750 naar 800.
750 = de oude situatie = geheel = 100%
800 - 750 = 50 = toename = deel
%
100
€
750
50
Slide 27 - Slide
Stap 2.
Zet tussen de twee getallen die je weet de
1
.
%
100
€
750
1
50
Stap 3.
Bereken de procentuele toename.
100 : 750 × 50 = 6,6666.... = 6,7%
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
De prijs van appels is gedaald van
€ 2,40 naar € 2,-.
Bereken de procentuele afname.
A
4,8%
B
8,2%
C
16,7%
D
20%
Slide 30 - Quiz
De oude prijs = 2,40
De prijsafname is 2,40 - 2 = 0,40
%
100
€
2,4
1
0,40
De procentuele afname is
100 : 2,4 × 0,40 = 16,7%
Slide 31 - Slide
Promillage
Bij het berekenen van promillage gebruik je een promilletabel.
%
1000
€
Slide 32 - Slide
Maak nu opdracht 10, 16 en 17 van je boek
Slide 33 - Slide
Exponentiële formule
Sasja krijgt 1,4% rente.
Ze stort € 5000,-
Hoeveel staat er na 10 jaar op haar rekening.
Slide 34 - Slide
Groeifactor
Van procenten naar groeigroeifactor
Toename:
(100% + toename) : 100 = groeifactor
toename van 5,4%
100 + 5,4 = 105,4 : 100 = 1,054
Afname:
(100 - afname) : 100 = groeifactor
afname van 6,1%
100 - 6,1 = 93,9 : 100 = 0,939
Slide 35 - Slide
Exponentiele formule
uitkomst =
begingetal
×
groeifactor
tijd
Sasja krijgt 1,4% rente. Ze stort €
5000,-.
Hoeveel staat er na 10 jaar op haar rekening?
groeifactor =
1,014
5000
×
1,014
10
= 13134,72
Slide 36 - Slide
Het aantal vlinders neemt elk jaar met 8% af. In 2020 waren er nog 350. Hoeveel zullen er in 2025 zijn?
A
230
B
231
C
514
D
515
Slide 37 - Quiz
De groeifactor = 100 - 8 = 92 : 100 = 0,92
Het begingetal 350
De tijd 2020 - 2025 = 5
Invullen in de formule geeft:
350 × 0,92
5
= 230,678 ...... dat zijn 231 vlinders
Slide 38 - Slide
Maak nu opdracht 18 en 19 van je boek
Klaar? Nakijken en verbeteren
Foto's D-toets inleveren via its learning.
Maken 1.8, nakijken en verbeteren.
Slide 39 - Slide