This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
De Sovjet Unie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Lees nu paragraaf 9.2
Hier krijg je 15 minuten voor en daarna komen er een aantal quizvragen.
Slide 16 - Slide
Welke 2 fasen waren er in de Russische Revolutie van 1917?
A
januari + oktober revolutie
B
februari + oktober revolutie
C
februari + december revolutie
D
mei + december revolutie
Slide 17 - Quiz
Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
De voorlopige regering krijgt de macht
Lenin grijpt de macht
Communisme wordt ingevoerd
Privé eigendom wordt afgenomen
Tsaar wordt afgezet
Doema had niets te zeggen
Slide 18 - Drag question
Kies de juist volgorde:
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 19 - Quiz
NEP werden ingevoerd vanwege:
A
Succes Oorlogscommunisme
B
Wegvallen Rusland
WO-1
C
Onvrede bevolking
D
Economische achterstand Rusland
Slide 20 - Quiz
Wat bedoelen we met 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
Een (afgelegen) werkkamp onder Stalin en de overheidsdienst die deze kampen bestuurde
Slide 21 - Quiz
Een medewerker van het nationale nieuwsbureau in de Sovjet-Unie vertelt over zijn werk (1934): "Ik wilde een reportage maken over de aanleg van kanalen. Daarvoor moest ik eerst een tekst schrijven die ik daarna kon gebruiken voor de radio, voor de kranten en voor tijdschriften. Die tekst moest vooraf gecontroleerd worden. Toen ik de tekst terugkreeg, was bijna alles weggestreept. Ik mocht niet zomaar schrijven over de manier waarop er in de Sovjet-Unie gewerkt werd." Welke begrippen horen bij deze bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en zuivering
C
collectivisatie en totalitair
D
collectivisatie en zuivering
Slide 22 - Quiz
Hiernaast zie je een spotprent uit 1928. Stalin zegt: “Voor mij is er geen honger in de Sovjetunie.”
Op welk onderdeel van de politiek van Stalin heeft de tekenaar kritiek?
A
op de indoctrinatie van de Russische bevolking
B
op de persoonsverheerlijking van Stalin
C
op de propaganda in de Sovjetunie
D
op de vervolging van politieke tegenstanders
Slide 23 - Quiz
Een fragment uit een dagboek van iemand uit de Sovjet-Unie (1937): "Wat hier gebeurt, kun je alleen maar verraad noemen. De belangrijkste dingen worden tijdens rechtszaken niet gezegd. Het pijnlijkst is het gedrag van vroegere partijleiders. Eigenlijk zouden ze zich moeten verdedigen, maar ze zeggen ‘het spijt me’. Ze vertellen de rechter alles wat die wil horen. Daarna worden ze naar een strafkamp gestuurd." Welke begrippen passen hierbij?
A
censuur en persoonsverheerlijking
B
censuur en zuiveringen
C
showprocessen en persoonsverheerlijking
D
showprocessen en zuiveringen
Slide 24 - Quiz
Sleep de onderstaande vier gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
Rusland doet mee met de Eerste Wereldoorlog.
De communisten bestormen het Winterpaleis in Sint-Petersburg.
Tsaar Nicolaas II en zijn familie worden op brute wijze vermoord.
Stalin wordt de nieuwe leider van de Sovjet-Unie.
Slide 25 - Drag question
Tot slot, in het hedendaagse Rusland zijn er mensen die terugverlangen naar het Sovjet-tijdperk. Welke reden zouden deze mensen hiervoor kunnen hebben?