What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
M4 Verbanden en signaalwoorden compleet
Verbanden/ signaalwoorden
Wat gaan we doen deze les?
Alle verbanden en signaalwoorden herhalen
Oefenen via LessonUp
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verbanden/ signaalwoorden
Wat gaan we doen deze les?
Alle verbanden en signaalwoorden herhalen
Oefenen via LessonUp
Slide 1 - Slide
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Slide 2 - Slide
Welke verbanden moet je kennen?
tijdsvolgorde
opsomming
tegenstelling
oorzaak-gevolg
voorbeeld
voorwaarde
Slide 3 - Slide
Tijdsvolgorde
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
De conciërge opent
eerst
de school,
daarna
loopt hij naar binnen en
terwijl
hij naar binnen loopt, gaan de lampen aan.
Slide 4 - Slide
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Als ik ga werken, heb ik naast mijn tas
ook
het volgende nodig
:
sleutels, token, laptop
en
printpas.
Slide 5 - Slide
Tegenstelling
Maar, echter, zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Er stonden gisteren chips en noten op tafel,
maar
ik wilde ze niet eten.
Slide 6 - Slide
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Doordat
ik mijn trui te heet heb gewassen, is hij nu te klein.
Slide 7 - Slide
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Om
voldoendes
te
halen, doe ik altijd erg goed mijn best in de les.
Slide 8 - Slide
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Een voorbeeld van
een bekende sporter is Mbappé.
Slide 9 - Slide
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers
Ik vind dat we later moeten beginnen met de lessen,
want
dan ben ik meer uitgerust en kan ik de lesstof beter opslaan.
Slide 10 - Slide
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Je mag pas alcohol drinken
als
je 18+ bent.
Slide 11 - Slide
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat, concluderend
Ik heb erg goed geleerd voor de toets,
dus
ik verwacht een hoog cijfer.
Slide 12 - Slide
Goed signaalwoord/goede zin
Fout signaalwoord/foutieve zin
Noteer een signaalwoord voor tegenstelling en maak hier een zin mee.
Slide 13 - Mind map
Goed signaalwoord/goede zin
Fout signaalwoord/foutieve zin
Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde en maak hier een zin mee.
Slide 14 - Mind map
Goed signaalwoord/goede zin
Fout signaalwoord/foutieve zin
Noteer een signaalwoord voor opsomming en maak hier een zin mee.
Slide 15 - Mind map
Slide 16 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 17 - Open question
Wat voor soort tekst is tekst 2?
A
Artikel
B
Instructie
C
Gebruiksaanwijzing
Slide 18 - Quiz
Wat is het verband in alinea 2?
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
voorbeeld
Slide 19 - Quiz
Noteer 3 signaalwoorden voor tijdsvolgorde uit alinea 4.
Slide 20 - Open question
Welk signaalwoord voor voorwaarde staat in alinea 5?
Slide 21 - Open question
Vul de volgende zin aan met behulp van alinea 5: De slagroom wordt klonterig,...
Slide 22 - Open question
Welk signaalwoord voor doel-middel staat in alinea 6?
Slide 23 - Open question
Noteer het doel uit alinea 6:
Slide 24 - Open question
Noteer het middel uit alinea 6:
Slide 25 - Open question
Welk signaalwoord voor doel-middel staat in alinea 7?
Slide 26 - Open question