diegene die 10 zegt mag een ander cijfer inwisselen voor een handeling.
net zolang tot alle cijfers een handeling zijn.
Doe het tegenovergestelde
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
2 waarheden, 1 leugen
timer
2:00
Slide 3 - Slide
Studenten krijgen pen en papier. Hier krijgen ze een paar minuutjes om twee waarheden en één leugen op te schrijven.
Optie 1:
In groepjes in gesprek gaan en één op één iemand aan de beurt te laten zijn, waarbij ze erachter moeten komen d.m.v. vragen stellen wat de leugen is. Diegene die aan de beurt is, moet dus een zo goed mogelijke pokerface laten zien en acteren, zodat de leugen niet gevonden wordt.
Optie 2:
Klassikaal. Eén iemand is aan de beurt en noemt zijn geschreven zinnen op. Daarna mogen de andere klasgenoten twee minuten vragen stellen, om erachter te komen wat de leugen is. Vervolgens mag iedereen één voor één raden. Diegene die aan de beurt is krijgt punten voor het aantal studenten wat het niet goed had. Diegene die aan de beurt is moet dus een soort van toneelspelen, zodat de anderen er niet achter komen.
Aan het einde kijken wie er gewonnen heeft.
Geen ja, geen nee, geen uhh
Slide 4 - Slide
Uitleg:
Studenten zitten in de kring. Vervolgens wordt er één iemand uitgekozen die geen ja/nee/(later 'uhh' toevoegen) mag zeggen. Deze persoon gaat op de stoel in de klas zitten.
De overige studenten gaan vragen stellen en zodra de student ja/nee/uhh zegt wordt er gewisseld van student.
Begin eerst met ja/nee, als dit erg goed gaat kun je uhh toevoegen.