P1, thema 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welke vier tekstdoelen ken jij?

Een recept van een gerecht is een tekst die wil .....

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. amuseren

Een verhaal over de voetbalgeschiedenis van Heracles heeft als doel:

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. amuseren

Als je een leuk boek leest, wil jij je

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. amuseren

Een tekst die jou vraagt om lid te worden van de boekenclub, wil jou

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. amuseren

Hij ....... (emailen) dagelijks

1. emailt
2. e-mailt
3. emaild
4. e-maild

Skeeleren wor.... een nieuwe sport

1. wordt
2. word

Vin... jij haar leuk?

1. vindt
2. vind

Dat gebeur.... vaak tegenwoordig

1. gebeurdt
2. gebeurd
3. gebeurt

Voor de verleden tijd van zwakke werkwoorden gebruik je 't ex kofschip

1. juist
2. onjuist

Zwakke werkwoorden hebben een klankverandering in de verleden tijd

1. juist
2. onjuist

Gisteren ...... (zwemmen, vt) hij in het sportbad vele baantjes

1. zwemde
2. zwom
3. zwomde

Vorige week beste..... (besteden, vt) hij veel geld aan kleding

1. bestede
2. bestedde
3. besteede
4. besteedde

Zij heeft goed piano gespeel....

1. gespeeld
2. gespeelt
3. gespeeldt

Marga heeft hier vaker gesurf....

1. gesurfd
2. gesurfdt
3. gesurft