Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

onregelmatige werkwoorden

onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd.

Slide 1 - Slide

1. Het verhaal .................op een mooie zonnige dag.
A
beginde
B
begonnen
C
begon

Slide 2 - Quiz

2. Zij.....hem lopen op de markt.
A
zie
B
zag
C
gezien

Slide 3 - Quiz

3. Zij...elkaar aan.
A
keken
B
gekeken
C
keek

Slide 4 - Quiz

4. De volgende dag.........ze de hele dag aan hem.
A
dacht
B
gedacht
C
dachtte

Slide 5 - Quiz

5. Later........dat hij ook aan haar had gedacht.
A
blijkte
B
bleek
C
gebleken

Slide 6 - Quiz

6. (kunnen) Ze........elkaar maar niet vergeten.

Slide 7 - Open question

7. (zien) Toen ze elkaar weer......

Slide 8 - Open question

8. (spreken) Toen ze elkaar weer zagen, ....... ze snel weer wat af.

Slide 9 - Open question

9. (doen) Dat..........ze de volgende weken nog veel vaker.

Slide 10 - Open question

10. (hangen) Daarbij....ze dagelijks met elkaar aan de telefoon.

Slide 11 - Open question