This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Oefentoets AMN 1F Rekenen
Meten en meetkunde
Slide 1 - Slide
Welke vorm heeft dit figuur?
A
Bol
B
Kubus
C
Rechthoek
D
Vierkant
Slide 2 - Quiz
Welke figuren zie je in dit schilderij?
A
Cirkels en vierkanten
B
Driehoeken en rechthoeken
C
Driehoeken en vierkanten
D
Rechthoeken en vierkanten
Slide 3 - Quiz
Welke maat wordt voor gewicht gebruikt?
A
dl
B
m2
C
cm3
D
mg
Slide 4 - Quiz
Welke lijn in dit schilderij is een horizontale lijn?
A
Lijn A
B
Lijn B
C
Lijn C
D
Lijn D
Slide 5 - Quiz
Wat is de breedte van dit tasje in cm? .............. cm
Slide 6 - Open question
Hoelaat is het op de klok?
A
Kwart voor elf 's ochtends
B
Kwart over elf 's ochtends
C
Kwart voor elf 's avonds
D
Kwart over elf 's avonds
Slide 7 - Quiz
Welke temperatuur geeft de thermometer aan? ............ graden
Slide 8 - Open question
Rick is 14 jaar. Hoe lang is hij?
A
168,2 mm
B
1.682 mm
C
16.820 mm
D
168200 mm
Slide 9 - Quiz
Hoeveel ingetekende deuren telt dit huis?
A
6
B
8
C
12
D
15
Slide 10 - Quiz
Hoeveel minuten is anderhalf uur? ............. minuten
Slide 11 - Open question
Sacha loopt 7,2 km. Hoeveel meter is dat? ......... meter
Slide 12 - Open question
Je loopt door het bos van A naar B volgens de aangegeven route. Hoeveel is de afstand in m?
A
12 m
B
400 m
C
800 m
D
1.200 m
Slide 13 - Quiz
Je bent in het theater. Elke zitplaats heeft een nummer: een letter en een cijfer.
Welk nummer heeft jouw plaats? (rood gekleurd)
Slide 14 - Open question
Welke thermometer geeft de hoogste temperatuur aan? En welke de hoogste temperatuur?
A
Hoogste A; Laagste B
B
Hoogste B; Laagste C
C
Hoogste C; Laagste D
D
Hoogste D; Laagste A
Slide 15 - Quiz
Welk figuur heeft de grootste oppervlakte?
A
Figuur A
B
Figuur B
C
Figuur C
D
Figuur D
Slide 16 - Quiz
Jet heeft 10 euro en 25 cent gespaard. Schrijf 10 euro en 25 cent als getal €
Slide 17 - Open question
Elk hokje is 1 m2. Hoe groot is de oppervlakte van de vijver? .............. m2
Slide 18 - Open question
Teun gaat tegels leggen op de oprit. Iedere tegel heeft een oppervlakte van 0,5 m2
Hoeveel tegels heeft hij nodig?
A
8
B
10
C
20
D
40
Slide 19 - Quiz
Hoeveel is de oppervlakte in dm2?
A
4 dm2
B
8 dm2
C
12 dm2
D
16 dm2
Slide 20 - Quiz
Bij een supermarkt is een parkeerplaats. Hoeveel m is de omtrek van de parkeerplaats? ............ m
Slide 21 - Open question
Een zwembad is 25 meter lang en 15 meter breed. Wat is de omtrek van het zwembad? ...... m
Slide 22 - Open question
Je koopt kaas voor €5,80. Je betaalt met het geld van de afbeelding. Je krijgt 2 munten terug.
Welke munten zijn dat?
A
2 munten van 5 cent
B
2 munten van 10 cent
C
2 munten van 20 cent
D
2 munten van 50 cent
Slide 23 - Quiz
Hoeveel tijd is er tussen zonsopkomst en zonsondergang?
A
9 uur en 10 minuten
B
10 uur
C
10 uur en 10 minuten
D
12 uur en 10 minuten
Slide 24 - Quiz
Een erg hoog gebouw staat in Dubai en is 800 m hoog. Op het plaatje zie je dat gebouw en in verhouding daarnaast de Euromast. Hoe hoog is de Euromast ongeveer? ......... m