Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Gewrichten en spieren

Spieren.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spieren.

Slide 1 - Slide

In je lichaam zitten± ……. spieren
A
100
B
300
C
600
D
900

Slide 2 - Quiz

Waarmee zitten spieren vast aan de botten?

Slide 3 - Open question

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Spiervezel
Cellen in spieren= spiercellen= spiervezel
Zijn zo dun als een haar
Kunnen wel tot 1 meter lang zijn.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opbouw van een spier
Spier: bestaat uit cellen. Beweging is mogelijk doordat zij zich samentrekken en ontspannen.

3 soorten spierweefsel:
- Glad spierweefsel
- Dwarsgestreept spierweefsel,
- Hartspierweefsel

Slide 8 - Slide

Dwarsgestreepte spierweefsel
Bevindt zich in de sketelspieren (is een spier die bevestig is tussen twee delen van het skelet)

Deze spieren kun je bewust aansturen en je bepaalt dan zelf hoe jij je lichaam beweegt.

Dwarsgestreepte spieren zitten d.m.v. pezen vast aan je botten.

Slide 9 - Slide

Gladgestreept spierweefsel
Komen voor in wanden van bloedvaten, luchtwegen en spijsverteringskanaal.
Kun je niet bewust aansturen, maar reageren op prikkels van zenuwstelsel. 

Slide 10 - Slide

Hartspierweefsel
Het hart heeft een eigen soort spierweefsel, hartspierweefsel.

Kun je niet bewust aansturen. Wordt aangestuurd door de sinusknoop. 

Slide 11 - Slide

Type 1 spiervezel
- wordt langzame of rode spiervezel genoemd
- brengen veel energie voort, maar met weinig kracht. bestand tegen vermoeidheid.
- belangrijk voor een goede lichaamshouding
- duursporters

Slide 12 - Slide

Type II spiervezels
- worden ook wel snelle of witte spiervezels genoemd
- kunnen snel samentrekken en veel kracht voortbrengen
- worden snel moe en zijn niet voortdurend actief
- sprinters

Slide 13 - Slide

Welke 3 soorten spierweefsel zijn er?
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Horizontaal gestreept spierweefsel
D
Hartspierweefsel

Slide 14 - Quiz

Welke sporters hebben type 1 spierweefsel?
A
Marathonschaatser
B
Voetballer
C
Zwemmer (lange afstand)
D
Zwemmer (korte afstand)

Slide 15 - Quiz

Welke sporters hebben type II spiervezels?
A
Zwemmen (lange afstand)
B
Zwemmer (korte afstand)
C
Sprinter
D
Hoogspringer

Slide 16 - Quiz

Als de spier beweegt wordt deze korter

Spieren kunnen alleen maar samentrekken.
Om weer terug te bewegen is er een andere spier nodig: antagonist.
De tegenoverliggende spier

Slide 17 - Slide

Arm buigen
  • Armbuigspier samentrekken = korter en dikker
  • Pezen trekken aan je spaakbeen
  • armstrekspier ontspant= langer en dunner

Slide 18 - Slide

Arm strekken
  • Armstrekspier  samentrekken = korter en dikker
  • Pezen trekken aan je ellepijp
  • Armbuigspier ontspant = langer en dunner

Slide 19 - Slide

Antagonisten = tegengestelde spieren

Slide 20 - Slide

Kringspieren
Als kringspieren in de wand van de darm samentrekken, wordt de darm nauwer en voedselbrok verder geduwd.

Slide 21 - Slide

Lengte en kringspieren in darmen
  • Kringspieren trekken samen achter de voedselbrok
  • Lengtespieren in de darmwand trekken samen naast de voedselbrok. Darmen worden wijder.

Slide 22 - Slide

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 23 - Quiz

Je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 24 - Quiz

Waarom is sporten goed voor je spieren
A
Omdat het je spieren sterker maakt
B
Omdat je spieren het goed warm maakt
C
Dat je slaper worden
D
Omdat je spieren pijn doen

Slide 25 - Quiz

De lengtespieren en kringspieren werken goed samen. Vlak achter een voedselbrok spannen de ... zich aan.
A
Kringspieren
B
Lengtespieren
C
Kringspieren en Lengtespieren
D
Alle antwoorden kloppen

Slide 26 - Quiz

Kringspieren en lengtespieren worden niet moe
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Trainen van de spier
- Na het trainen ontstaan er kleine scheurtjes in de spieren
- Eiwitsynthese van de spiercel: ook wel spierherstel genoemd
- Spiergroei bereik je door je spieren regelmatig dusdanig te belasten dat het lichamelijk evenwicht verstoord wordt.
- Bij herstel van de schade (spierscheurtjes) gaat het verder dan het startniveau (supercompensatie). De spier wordt daardoor groter en sterker. Deze groei van spieren noemen we hypertrofie.

Slide 28 - Slide

Trainen van spieren
Met de term 'supercompenstatie' bedoelen we dus dat het lichaam na een training altijd de neiging heeft om zich te herstellen boven het beginniveau. Na de trianing en de daardoor onstane schade, herstelt de spierzich en is die, als het goed is, groter en sterker dan voor de training. = spiergroei.
- Niet te lang wachten om de spiergroep opnieuw te trainen; deze gaat weer terug naar begin niveau. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide