Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Literatuur: Les 2. Middeleeuwen: Boekdrukkunst en ridderliteratuur

Literatuur
Les 2
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Literatuur
Les 2

Slide 1 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 2 - Slide

Welke literaire periodes kun je je nog herinneren van de vorige literatuurles?

Slide 3 - Open question


De tekst 'hebban olla vogala' is de eerste literaire neergeschreven tekst die we kennen in Europa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke van de onderstaande talen is geen Germaanse taal?
A
Nederlands
B
Engels
C
Frans
D
Duits

Slide 5 - Quiz


Welk werk in het Oudnederlands is het oudst?
A
Hebban olla vogala
B
Gelobistu in got alamehtigan fadaer
C
Maltho thi afrio lito

Slide 6 - Quiz

In welk jaar is de tekst 'hebban olla vogala' geschreven?
A
Omstreeks 600
B
Omstreeks 800
C
Omstreeks 900
D
Omstreeks 1100

Slide 7 - Quiz

Waar kwam de monnik die 'hebban olla vogala' neerschreef vandaan?
A
Kent
B
Vlaanderen
C
Wallonië
D
Brabant

Slide 8 - Quiz

ca. 800
ca. 900

ca. 1100

Beowulf
Hildebrandslied
Chanson de Roland
Hebban olla vogala

Slide 9 - Drag question


Beowulf, een heldendicht in het Oud Engels, is ouder dan 'hebban olla vogala'.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

'Hebban olla vogala' is:
A
een stukje vertaling van een boek in het Latijn
B
een stukje vertaling van een boek in het Oud Engels
C
een stukje uit een liefdesversje in het Latijn
D
een stukje uit een liefdesversje in het Vlaams

Slide 11 - Quiz

Middeleeuwen
  • Middeleeuwse standenmaatschappij: adel, geestelijkheid en boeren. Praktijk: groepen die rijk en machtig waren en groepen    veelal arme arbeiders.
  • Feodaal systeem: koning met zijn leenmannen en diens horigen.  Dit systeem ging ten onder aan de steeds verwoestendere   kracht van wapens, waardoor ridders steeds meer verloren in een strijd en hun 'onaantastbaarheid' verdween. In combinatie   met opstanden van boeren werd het systeem afgeschaft.
  • Opkomst van de burgers, die vestigden zich meer en meer op één plek: ontstaan van steden. Burgerij speelt vanaf de 13e eeuw een beslissende rol in het economische en politieke leven.
  • Er kwamen wetten en de rechtspraak werd steeds beter geregeld.
  • Toename kloosters tussen 1130 - 1155. Deze werden vaak grootgrondbezitters die handel stimuleerden.
  • Kruistochten: indirect gevolg: handelsroutes met grote steden die floreerden.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Boekdrukkunst
  • Tot de 12e eeuw werden boeken voornamelijk geschreven door monniken in kloosters. Manuscripten: handschriften, oftewel met de hand geschreven werken. Maar om goed te kunnen besturen en administreren kregen vorsten/heersers een behoefte aan een schrijfcultuur. De behoefte aan literair geschoolde mensen nam toe: kathedraalscholen.

  • Johannes Gutenberg, kwam uit Mainz, Duitsland. Drukte rond 1450 als eerste een boek in het 'Westen', een Latijnse bijbel. (In Zuidoost-Azië werd al vanaf de 7e eeuw gedrukt met blokboeken.) De bijbel die hij drukte werd bekend onder de naam 'Gutenbergbijbel'. 

  • * Boeken bleven overigens lang een luxeproduct.




Slide 14 - Slide

Middeleeuwen
  • Het gedrukte boek was een uitvinding met grote impact in Europa. Nu konden boeken in grote oplagen geproduceerd worden en al snel werden boeken ook goedkoper. Hierdoor verliep de verspreiding van verhalen, kennis en inzichten veel sneller.
  • Boeken die in Nederland gedrukt werden in de 15e eeuw waren voor een groot deel godsdienstig:bijbels of onderdelen daarvan, getijdenboeken, psalmboeken.

  • 1374: Beatrijs (legende: verhaal in dichtvorm over Maria of andere heiligen)
  • 1479: Historie van Reynaert die vos (satire) werd gedrukt door Gerard Leeu.   
  • 1487 0f 1488: Karel ende Elegast (ridderroman) werd gedrukt in 1487 of 1488 door van der Meer en Snellaert.
  • 1515: Mariken van Nieumeghen (mirakelspel) door Willem Vorsterman gedrukt.

  •  Veel boeken gebaseerd op Franse literaire werken. Plagiaat bestond nog niet!
  • Het verfraaien van boeken gebeurde nog lang met de hand.

Slide 15 - Slide

Getijdenboeken
  • Van oudsher hielden kloosterlingen zich bezig met gebed en ze baden iedere dag achtmaal op vaste uren, die getijden worden genoemd. Achtereenvolgens heten deze uren:

  • Metten - drie of vier uur ’s nachts of bij het opstaan
  • Lauden - zonsopgang, ook wel tegelijk met de metten
  • Priem - zes uur ’s morgens (eerste uur volgens de middeleeuwse telling)
  • Terts - negen uur
  • Sext - twaalf uur
  • None - drie uur ’s middags
  • Vespers - eind van de middag of begin van de avond
  • Completen - ’s avonds, of voor het slapen gaan

  • De getijden gaven niet alleen structuur aan het kloosterleven, maar ook aan het leven voor niet-religieuzen. Op de vaste uren voor het gebed werden de kerkklokken geluid. Terwijl kloosterlingen zich op zo’n moment naar de kerk spoedden, werd van leken verwacht dat ze een kort gebed zeiden (een schietgebedje).


Slide 16 - Slide

Blokboeken
  • Boeken drukken door middel van een blokboek: bladzijden van een boek uitsnijden in houtblokken en die afdrukken. 

  • Gebruikte manier om boeken te drukken van 1460 tot 1480.

  • Alleen exemplaren te drukken met dezelfde tekst, niet echt flexibel dus.

Slide 17 - Slide

Ridderromans
  • Ridderromans: lange verhalen over de adel, over ondernemende ridders die fantastische en spannende avonturen beleefden en die streden uit trouw aan hun vorst of uit liefde voor een jonkvrouw (dame van adel).
  • Oorsprong ligt in Frankrijk: de chansons de geste (heldenzangen). Eerste stammen uit de 11e eeuw en gaan over de heldendaden van Karel de Grote (Charlemagne) en zijn leenheren. 
  • De Nederlandse vertalingen werden bewerkt en aangepast aan de plaatselijke situatie.

  • Beroemd Frans chanson de geste: Chanson de Roland (+- 1100)
  • Beroemd Duits heldendicht: Nibelungenlied (+- 1200)
  • Oudste Engelse heldendicht: Beowulf (+- 1300)
  • Doelen van de romans: vermaken/goede voorbeeld geven/educatief.

  • Twee groepen ridderromans: de Karelepiek/ Karelromans (voorhoofse ridderromans) en de hoofse ridderromans. 
  • Hoofse ridderromans zijn weer onder te verdelen in Oosterse romans, Trojeromans en Arthurromans.

Slide 18 - Slide

Karelromans
  • Het gedrag van een man (ridder) werd vooral bepaald door zijn loyaliteit aan zijn vorst, zijn stam/clan/familie. Liefdesgevoelens waren er wel maar werden niet geuit. Veel gebruik van geweld. 

  • Onderwerp is vaak een gevecht: christenen tegen heidenen (vaak moslims), massa-gevechten, oorlogssituaties, edelen die de macht van de koning (Karel) wilde ondermijnen (mislukte altijd), etc.

  • Karel ende Elegast speelt ook in de feodale wereld van leenheer en vazallen. De wereld van trouw en gehoorzaamheid.

Slide 19 - Slide

Hoofsheid
  • Hoofsheid = het levensideaal dat in de twaalfde eeuw aan hoven in Zuid-Frankrijk ontstond en zich over Europa verspreidde.
  • Gedragsregels die onderlinge spanningen moesten voorkomen.
  • Belangrijk gedrag: zelfbeheersing (mate), anderen ontzien en niet onnodig kwetsen. Goede manieren zeker ook naar vrouwen. Geen grof taalgebruik. Goed verzorgd zijn en goed gekleed zijn.
  • De hoofse literaire werken werden gebruikt om deze gedragsregels te propageren.
  • De liefde, hoofse liefde, speelde een belangrijke rol. De man moest dienstbaar zijn aan de vrouw. Deze liefde is zwaar (vrouw geeft vaak niet toe of is onbereikbaar) maar lonend.
  • De mannen moeten beproevingen (queestes) doorstaan om ten slotte als beter mens uit de strijd te komen. Ze moeten hun identiteit nog ontdekken. Deze werd niet langer bepaald door (trouw aan) familie, vorst of de gemeenschap.
  • Mannen mochten in deze romans echte liefde hebben en dit ook uitten. Dat gold niet meer als onmannelijk.
  • Hoofse cultuur werd het wereldlijke tegenwicht van de christelijke cultuur.


Slide 20 - Slide

Arthurromans
  • Verhalen vol magie: reuzen, magische wapens, de Graal.
  • +- 1270: Chrétien de Troyes schreef Arthurromans in het Frans, schreef aparte verhalen over 1 hoofdpersoon: Lancelot, Gawain, Eric, Perceval etc.
  • Chrétien vond dat er een duidelijk verband was tussen liefde en ridderschap. Door liefde blinken de mannen uit in moed, kracht, integriteit, trouw en rechtvaardigheid.
  • Chrétien weergaf het hof van Arthur als een ideale wereld.
  • Arthurromans hebben vaste elementen: 1) verblijfplaats Arthur wordt genoemd, 2) er is een hofdag, 3) inhoud is een belangrijke periode in het leven van de (jonge) hoofdpersoon, 4) de ridder gaat op een queeste, 5)  de ridder komt als overwinnaar terug aan het hof en er wordt gefeest.
  • Ferguut voorbeeld van Nederlandse Arthurroman.

Slide 21 - Slide

Wie drukte het eerste Westerse boek?
A
Ginsberg
B
Gutenburg
C
Grunberg
D
Coster

Slide 22 - Quiz

Wat is de naam van het eerste boek dat in het Nederlands werd gedrukt?
A
De Drentse Bijbel
B
De Dietse Bijbel
C
De Delftse Bijbel
D
De Drontse Bijbel

Slide 23 - Quiz

Welke andere manier van boekdrukken werd gebruikt naast de boekdrukpers?
A
Gipsboeken
B
Stempelboeken
C
Vloeiblad boeken
D
Blokboeken

Slide 24 - Quiz

Gerard Leeu drukte in 1479:
A
Historie van Reynaert die vos
B
Beatrijs
C
Marike van Nimwegen
D
Elckerlijk

Slide 25 - Quiz

Wat waren de twee belangrijkste functies van ridderliteratuur?
A
amuseren
B
waarschuwen
C
verzorgd taalgebruik tonen
D
voorbeeld geven

Slide 26 - Quiz

Wat is GEEN onderwerp uit de Karelromans?
A
hoofsheid
B
geweld
C
oorlog
D
gevechten

Slide 27 - Quiz

In welk land is de ridderroman ontstaan?
A
Duitsland
B
Engeland
C
Italië
D
Frankrijk

Slide 28 - Quiz

Wat hoort niet thuis in een Arthurroman?
A
hoofse liefde
B
toernooien
C
gevechten tussen burgers en adel
D
tweegevechten

Slide 29 - Quiz

Waar werden hoofse romans voornamelijk voor gebruikt?
A
Om correct gedrag te propageren
B
Om jonge ridders gevechtstechnieken aan te leren
C
Om mannen te leren hoe ze met vrouwen om moesten gaan
D
Om vorsten te laten zien hoe ze met hun ridders moesten omgaan

Slide 30 - Quiz

Welke element komt niet voor in een Arthurroman?
A
een hofdag
B
een queeste
C
een gevecht/oorlog
D
hoofse liefde

Slide 31 - Quiz

De Westerse boekdrukkunst werd in eerste instantie voornamelijk gebruikt voor de druk van:
A
godsdienstige werken
B
literaire verhalen en liederen
C
ridderromans
D
wetteksten

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video