What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Hart en vaatstelsel
Het hart en vaatstelsel
Hartslag en bloeddruk meten
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Biologie
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het hart en vaatstelsel
Hartslag en bloeddruk meten
Slide 1 - Slide
Vandaag
Lesdoelen
Inloggen Lessonup
Voorkennis ophalen
Het hart
Bloedvaten
Bloeddruk
Lymfesysteem
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie:
De belangrijkste onderdelen en functies van het hart en vaatstelsel benoemen en beschrijven
2. Uitleggen wat de bloeddruk en hartslag inhouden en hoe je beide moet meten
Slide 3 - Slide
Hart en vaatstelsel
Slide 4 - Mind map
Je hart is ongeveer zo groot als..
A
Een kokosnoot
B
Een vuist
C
Een hand
D
Een mandarijn
Slide 5 - Quiz
Hoe vaak klopt een gemiddeld hart in rust?
Slide 6 - Open question
Je hart pompt per dag zo'n 7000 L bloed
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Het hart
(Cor)
In spiegelbeeld!!!!
2 boezems
Rechterboezem
Linkerboezem
2 kamers
Rechterkamer
Linkerkamer
4 kleppen
Slide 8 - Slide
kleine bloedsomloop:
hart - longen - hart
grote bloedsomloop:
hart - alle organen - hart
Grote en kleine bloedsomloop
Slide 9 - Slide
Bloedstroom door
het hart
Slide 10 - Slide
Hartslag
Samentrekken ->
Systole
Ontspannen ->
Diastole
3 fasen
Hartslagfrequentie:
hoe vaak per minuut klopt het hart (één cyclus)
Slide 11 - Slide
www.edumedia-sciences.com
Slide 12 - Link
Harttonen:
- Eerst de
je hoort het sluiten van de kleppen
Harttonen:
- Eerst het sluiten van de hartkleppen
- Als tweede het sluiten van de slagaderkleppen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Opdracht hartslag meten
Je onderzoekt de invloed van inspanning op je hartslag.
Meet je hartslag in rust: tel 30 seconden het aantal hartslagen aan je pols of in je hals.
30 seconden rennen/knie heffen op de plaats
Opnieuw hartslag meten
Conclusie?
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Verschillende bloedvaten
Slagaders
Aders
Haarvaten
Slide 17 - Slide
Slagaders
Bloed van het hart -> naar de organen
Hoge druk
Elastische gespierde wand
(Arterie)
Slide 18 - Slide
Aders
bloed vanaf de organen -> naar het hart
Lagere druk
Tegen de zwaartekracht in -> klepjes
(Vene)
Slide 19 - Slide
Uitzondering:
Poortaders
van de darmen, maag, alvleesklier en milt naar de lever
Ader van orgaan naar orgaan -> niet hart
Leverpoortader
hypofysepoortader
Slide 20 - Slide
Slagader vs Aders
Slagader:
- Voert het bloed weg van het hart
-
Lichaamsslagaders
bevatten zuurstofrijk bloed
- Hebben een hogere bloeddruk
- Hebben een actieve spierwand
- Hebben geen kleppen
- Het bloed loopt er snel en stootsgewijs doorheen
- Hebben een voelbaar hartritme
Aders:
- Voert het bloed naar het hart
-
Lichaamsaders
bevatten zuurstofarm bloed
- Hebben een lagere bloeddruk
- Hebben geen gladde spieren in de wand
- De meeste hebben een terugslagklep
- Het bloed stroomt traag
- Hebben geen voelbaar hartritme
Slide 21 - Slide
Haarvaten
Dunne wand -> Makkelijke stofwisseling
Haarvatennet -> in of op elk orgaan
(vas capillare)
Slide 22 - Slide
Bloed
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Transportmiddel
Bloedplasma
Vaste bestanddelen
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Bloeddruk
De druk die op het bloed in de bloedvaten staat
Maximale druk -> Bovendruk -> Hart pompt bloed in slagaders
Minimale druk -> Onderdruk -> Hart vult zich met bloed na een hartslag
Slide 25 - Slide
Bloeddruk
120/80 -> ideale bloeddruk.
140/90 -> hoge bloeddruk.
180/110 -> ernstig verhoogde bloeddruk.
Slide 26 - Slide
Bloeddruk meten
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Lymfestelsel
Lymfevocht
Lymfevaten -> Lymfeklieren (
nodus lymphaceus
)
Afweersysteem
Slide 29 - Slide
Waarom kun je soms opgezwollen lymfeklieren krijgen?
Slide 30 - Open question
Wat is blijven hangen??
Slide 31 - Slide
wat is een belangrijk kenmerk van haarvaten
A
ze hebben dunne half doorlaatbare wanden
B
vervoeren het bloed naar het hart toe
C
ze hebben dikke wanden
D
ze hebben kleppen
Slide 32 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 33 - Quiz
Hoe stroomt het bloed door de kleine bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Hart - longen - organen
C
Hart - organen - longen
D
Hart - hersenen - hart
Slide 34 - Quiz
Welk deel van het hart is het meest gespierd?
A
Boezems
B
Kamers
Slide 35 - Quiz
noem een belangrijk kenmerk van aders
A
aders hebben geen kleppen
B
ze wisselen vocht uit met het omliggende weefsel
C
ze transporteren het bloed naar het hart toe
D
ze transporteren het bloed van het hart af
Slide 36 - Quiz
Welk vaste bestanddeel komt het meest voor in bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
Slide 37 - Quiz
Als men bloed afneemt dan gebeurt
dat meestal uit een ader
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quiz
Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen
Slide 39 - Quiz
Afsluiting
Jullie kunnen nu:
De belangrijkste onderdelen en functies van het hart en vaatstelsel benoemen en beschrijven
Uitleggen wat de bloeddruk en hartslag inhouden en hoe je beide moet meten
Slide 40 - Slide
Zijn er nog vragen?
Slide 41 - Slide
www.anatomie-online.nl
Slide 42 - Link