Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Nederlands 2F Voorbereiding examen gesprek voeren

Gesprek voeren
Voorbereiding op examen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Gesprek voeren
Voorbereiding op examen

Slide 1 - Slide

Gesprek voeren
Waarom?

Slide 2 - Mind map

Wat is er belangrijk bij het voeren van een gesprek?
Noem drie dingen

Slide 3 - Open question

Inhoud van je gesprek
- Het bedrijf waar je werkt, de werkzaamheden die je daar uitvoert, de reden dat je de studie volgt en je vrijetijdsbesteding.

Maar ook:
- Wat ervaar je als positief in de combinatie werken/studeren/privé (noem duidelijke, concrete voorbeelden)?
- Wat ervaar je als minder positief in de combinatie werken/studeren/privé (noem ook hier duidelijke, concrete voorbeelden)?
- Hoe zie je je toekomst voor je?
- Eigen inbreng: stel zelf ook minimaal één vraag of breng één bespreekpunt in. Deze vraag (of dit bespreekpunt) moet gaan over de opleiding of over de combinatie leren/werken. 


Slide 4 - Slide

3

Slide 5 - Video

00:57
Wat had de man anders kunnen doen?
Wat had de vrouw anders kunnen doen?

Slide 6 - Open question

01:54
Samenvatten:
Welke problemen heeft de vrouw opgenoemd?
A
Slecht weer op vakantie
B
Financiële problemen
C
Man wil scheiden
D
Alle drie

Slide 7 - Quiz

02:22
Hoe had de man moeten reageren op het verhaal van de vrouw?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Link

Examen gesprek voeren
Onderwerp
Hoe gaat de combinatie werk/studie/privé je af en welke invloed heeft dit op de toekomst?
Eigen inbreng
Stel minimaal 1 vraag of breng 1 bespreekpunt in over de opleiding of combinatie werken/leren.
Tijdsduur
10 minuten
Aanwezig
Student, docent Nederlands (gesprekspartner) , tweede beoordelaar, voicerecorder.

Slide 10 - Slide

BEOORDELING
Verstaanbaar en adequaat?
- Inhoud
- Beurten nemen en bijdragen aan samenhang (luisteren,  beurten nemen en iets nieuws inbrengen)
- Afstemming op doel (informatie en mening)
- Afstemming op gesprekspartner (verduidelijken, formeel, oogcontact)
- Woordgebruik en woordenschat (vaktermen uitleggen)
- Verstaanbaarheid en vloeiendheid (snelheid, duidelijkheid, geen stiltes laten vallen)
- Grammaticale beheersing

Slide 11 - Slide