Wie ben ik les 4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Normen en waarden les 3

Deze les:

• Herhaling vorige les: Wat hebben we gedaan?
• Herhaling normen en waarden, voorbeelden
• Verschillen in normen en waarden.
• Uitleg opdracht interview normen en waarden.

Aan het einde van deze les:

... Kun je verschillende voorbeelden van Normen en Waarden noemen.

... Kun je uitleggen dat er over de wereld verschillen tussen normen en waarden bestaan.

... Weet je hoe de opdracht voor een cijfer bij dit thema eruit gaat zien.

vorige les?

Normen en waarden, hoe zat dat ook alweer?

Normen:ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen.

Bijv. oudere mensen met u aanspreken, opstaan voor oudere mensen in de bus. Geen rommel op straat gooien enz.

waarden: Dingen die je belangrijk vindt als persoon of als groep

Bijv. respect hebben voor elkaar

Een aantal voorbeelden: 

Norm: Je eet niet iedere dag patat.

Waarde: Gezondheid

Norm: Je draait midden in de nacht geen harde muziek, terwijl de buren liggen te slapen.

Waarde: Respect voor anderen

Norm: Je slaat je hond niet.

Waarde: Respect voor dieren

Norm: Als iemand iets goeds heeft gedaan, dan je een complimentje.

Waarde: Vriendelijkheid, Respect

Norm: Je gooit geen afval op straat

Waarde: Respect voor het milieu

Vrijheid van meningsuiting

Norm: Als je iets ergens van vindt, mag je dat gewoon zeggen.

Norm: Je houdt hierbij echter wel rekening met de gevoelens van anderen.

Waarde: Respect voor anderen, Mededogen

Verschillen: 

Per land, cultuur of generatie heb je verschillen in normen en waarden. 

Boeren na het eten

Dat vinden wij onbeleefd, maar in China wordt dit helemaal niet als onbeleefd gezien, integendeel!

Korte broeken

In nogal wat landen in de wereld hoor je ,zeker als vrouw geen korte broek of rok te dragen. Zouden wij in Nederland alleen maar jammer vinden, maar bijvoorbeeld in India of Arabische landen kun je dat dus beter laten.

Gezellig mee eten

Waar in Nederland vooral verwacht wordt dat je rond etenstijd gewoon weer naar huis gaat, wordt in vele andere culturen verwacht dat je een hapje mee-eet.

Uitleg eindopdracht:

1. Een voorblad: Je naam, klas en het thema: “wie ben ik”. 
2. Je eigen normen en waarden moeten erin staan. Minimaal 5 eigen normen en minimaal 5 eigen waarden. Die moet je uitleggen, dus waarom je die dan hebt en waarom je dat vindt. 
3. Je interviewlijst moet in je verslag staan. De antwoorden ook. Schrijf duidelijk bij van wie de antwoorden zijn. Dus bijvoorbeeld: Deze antwoorden op mijn interview komen van mijn opa. 
4. Je moet uitleggen,  wat de verschillen in normen en waarden zijn. 
5. Je moet uitleggen, wat de overeenkomsten in normen en waarden zijn. 

Je gaat dus vergelijken of jou normen en waarden dezelfde zijn als die van je opa en oma en vader en moeder. Misschien zijn ze wel verschillend.

Aan de slag:

• Maak een voorblad, in Word met daarop je naam, je klas, de datum, naam van het thema en een afbeelding die bij dit thema past.
• Kijk nog een keer goed naar je 5 normen en waarden. Neem ze over in dit verslag en leg per norm of waarde uit waarom jij dit zo belangrijk vindt.
• klaar? Denk alvast na over interviewvragen