Er zijn heel veel ziekten waar vaccinatie voor mogelijk is. Bij de vaccinatie krijg je een vaccin ingespoten. Een vaccin is een vloeistof met...........
A
Schimmels en bacterien
B
Giftige stof en ziekteverwekkers.
C
Zwakke of kapotte ziekteverwekkers.
D
Virus en schimmels
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Er zijn heel veel ziekten waar vaccinatie voor mogelijk is. Bij de vaccinatie krijg je een vaccin ingespoten. Een vaccin is een vloeistof met...........
A
Schimmels en bacterien
B
Giftige stof en ziekteverwekkers.
C
Zwakke of kapotte ziekteverwekkers.
D
Virus en schimmels
Slide 1 - Quiz
Welke van deze cellen zorgt voor je imuunsysteem?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Weefsels
D
Witte Immuuncellen
Slide 2 - Quiz
Als je lichaam een ziekteverwekker ( of antigen) tegenkomt, gaat het _______ maken.
A
Bloed
B
Antistoffen
C
Ziektedoder
Slide 3 - Quiz
Lichaams eigen
Lichaams vreemd
Huidcellen
Bloedcellen
Parasieten
Virussen
Levercellen
Slide 4 - Drag question
Als je "immuun" bent voor een ziekte betekend dat:
A
De ziekte kan niet meer in je lichaam.
B
Je wordt ( tijdelijke) niet meer ziek voor de ziekte
C
Je wordt altijd ziek door de ziekte
D
Het ziekte is zwakker geworden en gaat dood.
Slide 5 - Quiz
Hoe wordt je immuun?
Slide 6 - Open question
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatig immuniteit
Vaccinatie
Je wordt ziek en daarna ben je weer goed.
Slide 7 - Drag question
Onze afweersysteem is onze 2e en 3e afweerlinie! Benoem een voorbeeld van ons 1e afweerlinie.
Slide 8 - Open question
Je hebt de nieuwjaarsduik gedaan en je komt uit het water in de gierende noordenwind.
Wat gebeurt er met je huid?
A
Je wordt rood en je krijgt kippenvel.
B
Je wordt bleek en je gaat zweten.
C
Je wordt rood en je gaat zweten.
D
Je wordt bleek en je krijgt kippenvel.
Slide 9 - Quiz
Klopt de volgende stelling: Je bloedvaten trekken zich samen om warmte binnen lichaam te houden.
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Klopt de volgende stelling: Je bloedvaten gaan open en zitten dus dichterbij het oppervlakte van je huid. Hierdoor kan warmte sneller je lichaam verlater. Het word koud.
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Wat doet je lichaam om eigen temperatuur in balans te houden?
Slide 12 - Open question
Je _______ meet je lichaamstemperatuur zodat het eventueel aangepast kan worden
A
Hersenen
B
Huid
C
Ogen
D
Drukzintuigen
Slide 13 - Quiz
Wat moet bij letter A
A
Vegroten
B
Trekken samen (verkleinen)
Slide 14 - Quiz
Wat moet bij letter B
A
Kouder
B
Warmer
Slide 15 - Quiz
Als je te weinig vocht in je lichaam hebt, krijg je _______.
A
Honger
B
Moet je plassen
C
Dorst
Slide 16 - Quiz
Kan je stap voor stap vertellen hoe de terugkoppeling van glucose in je bloed werkt?
Slide 17 - Open question
Wanneer ben je verslaafd?
Slide 18 - Open question
Wat zijn de gevolgen van verslaafd zijn? En hoe kom je weer af?