les 1 Blok 4
1 / 27
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Typ dezelfde zin in twee verschillende tijden.
Slide 15 - Open question
Waarom kun je, als je de persoonsvorm zoekt,
het beste de tijd veranderen
(in plaats van een vraagzin maken)?
het beste de tijd veranderen
(in plaats van een vraagzin maken)?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Wat houdt het werkwoordelijk gezegde in?
A
persoonsvorm
B
persoonsvorm + onderwerp
C
persoonsvorm + voltooid deelwoord
D
alle werkwoorden uit de zin
Slide 18 - Quiz
Wil je mij de ketchup even doorgeven?
Het werkwoordelijk gezegde is ...
Het werkwoordelijk gezegde is ...
A
Wil
B
doorgeven
C
Wil geven
D
Wil doorgeven
Slide 19 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij heeft een appel gegeten.
Hij heeft een appel gegeten.
A
Hij
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft een appel gegeten
Slide 20 - Quiz
Werkwoordelijk gezegde?
Mijn doorzettingsvermogen en snelheid komen goed van pas.
Mijn doorzettingsvermogen en snelheid komen goed van pas.
A
mijn doorzettingsvermogen en snelheid
B
komen
C
komen van pas
D
komen goed van pas
Slide 21 - Quiz
Heb jij dat nieuwe snapchatfilter al geprobeerd?
Het werkwoordelijk gezegde is hier ...
Het werkwoordelijk gezegde is hier ...
A
Heb
B
Heb geprobeerd
C
Heb dat nieuwe snapchatfilter geprobeerd
D
Heb jij