Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Ontlasting en ontlastingspatronen


Ontlasting en ontlastingspatronen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Ontlasting en ontlastingspatronen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar te vinden;
Zorgpad
Zorg algemeen VP 
Anatomie en Fysiologie
H 3.6 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een andere benaming voor het spijsverteringsstelsel?
A
Ileus
B
Tractus digestivus
C
Nervus vagus
D
Peristaltiek

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Basisfuncties spijsverteringsstelsel

Slide 4 - Mind map

Basisfuncties van het spijsverteringsstelsel zijn:
transport (peristaltiek)
vertering
resorptie
uitscheiding

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Als verpleegkundige observeer je de spijsvertering; waar let je specifiek op?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Verslikken
Bij verslikken treedt een hoestreflex op wanneer er voedsel of drinken in de luchtpijp komt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Braken en Braaksel
Braken (vomeren; het braken, vomitus, emesis) gebeurt onder invloed van prikkels uit het braakcentrum in de hersenstam. Braken heeft in principe een beschermende functie: verwijderen van schadelijke stoffen uit de maag en darm. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Activeren braakcentrum
1.  Virus of bacteriële infectie
2. Gifstoffen (alcohol)
3. Chemotherapie of andere medicatie
4. Bestraling
5. Prikkeling evenwichtsorganen
6. Hormonen (zwangerschap)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de observatiepunten bij braken?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Rood braaksel betekent?
A
Bloeding in de slokdarm
B
Bloeding in de maag
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Kleur braaksel na het eten van rode bietjes

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bruinzwart braaksel betekent?
A
Braaksel bij gebruik van zwarte koffie
B
Alle antwoorden zijn juist
C
Braaksel bij gebruik van Norit
D
Bloed dat door maagsap is verteerd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Het braaksel ruikt naar feces. Wat is eraan de hand?
A
Zorgvrager heeft de handen niet gewassen
B
Ontsteking in de mond
C
De maag verteert de voeding onvoldoende
D
Darmafsluiting

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een reflux?
A
Het terugstromen van maaginhoud naar de slokdarm en de mond.
B
Het terugstromen van de darminhoud naar de slokdarm en de mond
C
Explosief braken
D
Projectiel braken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij het observeren van de ontlasting (feces) let je op:

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat ie een normale hoeveelheid ontlasting die iemand produceert?
A
200 gram
B
300 gram
C
500 gram
D
50 gram

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent observeren op consistentie bij feces?
A
Frequentie
B
Kleur
C
Vorm en vastheid
D
Geur

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bristol ontlastingsschaal

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ontlasting heeft een bruine kleur door;
A
Invloed van specerijen
B
Aanwezigheid van bilirubine
C
Afwezigheid van ontstekingen
D
Voeding als koffie en drop

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de term melena?
A
Verse roodkleurige ontlasting
B
Bruinkleurige ontlasting
C
Zwarte ontlasting
D
Groenkleurige ontlasting

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de term steatorroe?
A
Bruinige en zwarte ontlasting
B
Groene ontlasting
C
Roodkleurige ontlasting
D
Grijzige en vettige ontlasting

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Groene pus bij de ontlasting wijst op?
A
Het eten van veel doperwten
B
Darminfectie in het laatste deel van het colon of rectum.
C
Het eten van veel eieren
D
Infectie in het bovenste deel van de darm

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Ontlasting
Samenstelling
Normale ontlasting bestaat uit water, slijm en zouten, bilirubine, vezels, darmbacteriën en afgestoten darmslijmvliescellen. Soms zijn deels onverteerde voedselresten zichtbaar.
Ontlastingspatroon (defecatiepatroon)
Het ontlastingspatroon is de ontlastingsfrequentie die iemand gedurende langere tijd heeft.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wie heeft er op het hoofd van de mol gepoept?
A
Een hond
B
Een paard
C
Een koe
D
Een geit

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

This item has no instructions