What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Beenderen lichaam
Beenderen
1 / 35
next
Slide 1:
Mind map
Schoonheidsverzorging
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Beenderen
Slide 1 - Mind map
Welke beenderen behoren tot de pijpbeenderen?
Slide 2 - Open question
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten
Slide 3 - Quiz
Stelling:
.....is een functie van het skelet.
A
Beweging
B
Bescherming
C
Opslag van mineralen en energie
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 4 - Quiz
Welke beenderen behoren tot de platte beenderen?
Slide 5 - Open question
Waar worden bloedcellen in het bot aangemaakt?
A
Gele beenmerg
B
Sponsachtig weefsel
C
Rode beenmerg
D
Bloedvaten
Slide 6 - Quiz
Welk mineraal heeft de mens nodig voor onze botten?
A
Kalium
B
Ijzer
C
Natrium
D
Calcium
Slide 7 - Quiz
Sleep de namen naar de juiste plek
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
hand
wortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5
Slide 8 - Drag question
Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 9 - Quiz
Welke beenderen behoren tot de sesambeenderen?
Slide 10 - Open question
Hoe wordt de buitenkant van het bot genoemd?
A
Compacte botweefsel
B
Endotheel
C
Sponsachtig botweefsel
D
Bindvlies
Slide 11 - Quiz
Botgroei zowel in de lengte als in de breedte.
Lengtegroei vindt plaats vanuit.......
A
De uiteinden (epifyse)
B
De schacht(diafyse)
C
De groeischijf
D
Het botvlies
Slide 12 - Quiz
Welke van onderstaande botten behoort niet tot de pijpbeenderen?
A
Schouderblad
B
Spaakbeen
C
Scheenbeen
D
Dijbeen
Slide 13 - Quiz
Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
hielbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6
Slide 14 - Drag question
Tot de onregelmatig gevormde beenderen hoort:
A
hand- en voetwortelbeentjes
B
bekken
C
scheenbeen
D
beenderen in de schedel
Slide 15 - Quiz
sleutelbeen
kootjes
middenhands
beentjes
opperarmbeen
ellepijp
handwortel
beentjes
schouderblad
spaakbeen
1
2
3
4
5
6
7
8
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Video
Hoe noemen we nummer 6?
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskom
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen
Slide 18 - Quiz
Ventraal
mediaal
distaal
Proximaal
Dorsaal
Lateraal
Slide 19 - Drag question
Wat is de functie van rood beenmerg
A
Maakt geel beenmerg aan
B
Maakt rode bloedcellen aan
C
slaat vet op
D
geleid bloed door de botten heen
Slide 20 - Quiz
Platte beenderen bevatten vooral geel beenmerg?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Wat zit er in de holle ruimte van een pijpbeen?
A
bloed
B
zuurstof
C
geel beenmerg
D
rood beenmerg
Slide 22 - Quiz
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 23 - Quiz
Welk soort gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 24 - Quiz
Sleep de verbindingen naar de juiste plaats.
Heel beweeglijk
Beetje beweeglijk
Niet beweeglijk
Naadverbinding
Gewricht
Kraakbeen
Vergroeid
Slide 25 - Drag question
De botten van een gewricht worden op hun plaats gehouden door....
A
gewrichtskapsel
B
gewrichtsbanden
C
gewrichtskapsel en gewrichtsbanden
Slide 26 - Quiz
Hiernaast zie je een tekening van een gewricht.
Wat is het juiste antwoord?
A
A= gewrichtskapsel B= kraakbeenlaagje
B
A= gewrichtskom B= gewrichtssmeer
C
A= kraakbeenlaagje B = gewrichtssmeer
D
A= gewrichtskop B= kraakbeenlaagje
Slide 27 - Quiz
heiligbeen
halswervels
lendewervels
borstwervels
staartbeen
1
2
3
4
5
Slide 28 - Drag question
Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele E-vorm
C
Dubbele S-vorm
D
E-vorm
Slide 29 - Quiz
Welk soort gewricht zie je hiernaast schematisch? Waar komt dit voor in het lichaam?
A
scharniergewricht; tussen opperarmbeen en spaakbeen
B
scharniergewricht; tussen vingerkootjes
C
rolgewricht; tussen spaakbeen en ellepijp
D
rolgewricht; tussen scheenbeen en kuitbeen
Slide 30 - Quiz
dijbeen
knokkels
dijbeenkop
grote draaier
kleine draaier
1
2
3
4
Slide 31 - Drag question
Wat is de ligging van het ravenbekuitsteeksel?
A
dorsaal
B
proximaal
C
ventraal
Slide 32 - Quiz
waar ligt de dijbeenhals?
A
tussen kleine draaier en de grote draaier
B
tussen de dijbeenkop en grote draaier
C
tussen de laterale en mediale dijbeenknokkel
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Video
Slide 35 - Drag question