This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Formeel = ?
Informeel = ?
Formeel =
gepland, volgens vaste regels, regelmatig, agendapunten, afspraken worden vastgelegd.
Informeel =
komt toevallig ter sprake, in de wandelgang, ook belangrijk om snel iets te regelen of iets in gang te zetten.