What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Tweedimensionaal - omtrek en oppervlakte
Omtrek en oppervlakte
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Omtrek en oppervlakte
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
2-DIMENSIONALE
FIGUREN
- kenmerken
Slide 3 - Slide
kenmerken
2D-figuren
evenwijdige zijden zijn even lang
Alle 4 hoeken zijn 90
o
Alle 4 zijden even lang
geen hoeken
afstand tot middelpunt overal gelijk
Niet alle hoeken zijn 90
o
Vierkant
Vierkant
Rechthoek
Vierkant
Rechthoek
Cirkel
Parallellogram
Parallellogram
Ruit
Cirkel
Ruit
Ruit
Slide 4 - Drag question
Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
Slide 5 - Quiz
Wat is de omtrek?
Je kan ergens omheen meten! Oftewel, OMheen lopen
Slide 6 - Slide
Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek
Slide 7 - Slide
OMTREK gevraagd?
Tel alle lengtes bij elkaar
Bij omtrek gaat het om de
buitenrand
van een figuur.
Bij omtrek gebruik je de
eenheden van lengte
(cm, dm, m, ...).
Voor alle lengtes gebruik je
dezelfde eenheid
voordat je totaliseert.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
TIP: Bij
omtrek
kun je slim rekenen bij een 'missende hap'
Slide 10 - Slide
OMTREK
Elk vierkantje is 1 cm lang.
Met welke som bereken jij deze omtrek?
Slide 11 - Open question
Omtrek betekent
A
De omtrek bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten
Slide 12 - Quiz
Wat is de
omtrek?
A
200
B
58
C
62
D
60
Slide 13 - Quiz
Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m
Slide 14 - Quiz
Wat is de omtrek?
A
6
0
m
B
5
9
m
C
7
2
m
D
6
2
m
Slide 15 - Quiz
Oppervlakte
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3
Slide 18 - Quiz
Wat is de oppervlakte?
Je geeft aan hoe groot iets is
Lengte x Breedte
Voorbeelden in huis/klas
Slide 19 - Slide
Oppervlakte betekent
A
De oppervlakte bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De oppervlakte van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten
Slide 20 - Quiz
OPPERVLAKTE gevraagd?
L X B = antwoord
2
Voor Lengte en Breedte gebruik je
eenheden van lengte
(cm, dm, m, ...).
In de formule gebruik je voor Lengte en Breedte
dezelfde eenheden
.
Pas ná vermenigvuldigen gebruik je
eenheid van oppervlakte
(cm
2
, dm
2
, m
2
, …).
Omrekenen
van de
uitkomst
naar een andere eenheid
van oppervlakte gaat
in stappen van 2
.
Slide 21 - Slide
Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?
A
10 m²
B
16 m²
C
20 m²
D
15 m²
Slide 22 - Quiz
Wat
is de
oppervlakte?
A
35
B
300
C
60
D
70
Slide 23 - Quiz
Wat is de oppervlakte?
A
30
B
24
C
36
D
geen idee
Slide 24 - Quiz
Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?
A
2 m²
B
8 m²
C
40 m²
D
42 m²
Slide 25 - Quiz
Oppervlakte berekenen
A
Heel makkelijk
B
Makkelijk
C
Beetje makkelijk, beetje moeilijk
D
Moeilijk. Help!
Slide 26 - Quiz