Keuzes maken & Dialoog (Dilemma's)

• Burgerschap
• HBO
• MBO
• Studiejaar 2

Ethische dilemma's

Vandaag

- Thema ethische dilemma's bespreken

- Opdracht komende periode uitleggen

- Groepjes maken en onderwerp kiezen

Keuzes

Je komt iedere dag voor verschillende keuzes te staan:

- Ga ik opstaan vs. blijf ik in bed liggen

- Eet ik een zak chips leeg vs. ik eet een appel

- Zal ik met de fiets naar school gaan vs. zal ik de bus pakken.

Toch zijn dit geen dilemma's.

Dilemma's

= een keuze die je moet maken waarbij alle mogelijkheden bezwaren hebben.

Je maakt de keuze voor wat uiteindelijk het minst nadelig is.

Voorbeeld:

Twee vrienden hebben tegelijkertijd een verjaardagsfeestje, waar ga jij naar toe?

Ethische dilemma's

= Meedere belangen....

Etisch dilemma :

- Spelen meerdere belangen (van verschillende mensen)

- Het gaat om kwesties van goed en kwaad (moreel juist en onjuist)

- Je moet voor jezelf afwegen wat het meest juist of belangrijkste is.

- Je staat in een tweestrijd: welke keuze je ook maakt, er kleven altijd bezwaren aan.

Ethische dilemma's

1. Sommige ethische dilemma's kunnen te maken hebben met het volgen van de waarheid versus loyaal zijn aan een vriend; 
2. het volgen van de wetten of regels versus medelijden hebben voor iemands benarde situatie;
3. zorgen over een individuele persoon versus de grotere impact op een gemeenschap.

bespreken van een ethisch dilemma

1. Hoe ver mag de overheid gaan in het opslaan en opvragen van persoonlijke data om de veiligheid te 'garanderen'?

2. 

bespreken van een ethisch dilemma

2. Mag de overheid je verplichten dat je donor wordt?

2. 

Opdracht: Ethische dilemma's

Stap 1 - maak een duo. 

Stap 2 - Kies een ethisch dilemma -> bespreek met je docent of dit wel of niet werkt. 

Stap 3 - In een document zetten jullie het ethische dilemma uiteen en maken jullie duidelijk welke keuzes er gemaakt kunnen worden. Tijdens de volgende lessen worden jullie dilemma’s met de rest van de klas besproken. Hoe meer het schuurt, hoe beter!

Dialoog

1. Niet oordelen 
2.  Houd je vooroordelen in
3. Luisteren 
4. Nadenken en reflectie (wat heb je geleerd)
5. Je houding (non-verbale communicatie)
6. Geen afleiding (telefoon en vragen) 
7. Stel vragen over de ander en praat niet over jezelf

www.vraagzin.nl

www.storyboardthat.com