Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

T&G periode 10 les 2 Biomechanica 2 (2020-2021)

Trainen en gezondheid

  • Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 10
Les 2
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Trainen en GezondheidMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Trainen en gezondheid

  • Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 10
Les 2

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Leerdoelen 
  • Biomechanica
Hefbomen
Herhaling en opfrissen
Newton
Hydromechanica
Translatie en rotatie
  • Leerdoelen behaald?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt basiskennis over biomechanica.

Slide 3 - Slide

Hefbomen
Hefboom wordt ingezet om op een slimme manier met gerichte krachtsinzet een grotere last te overwinnen

5 factoren:
  1. een last = L
  2. een kracht = K
  3. een draaipunt of as
  4. een lastarm = La
  5. een krachtarm = Ka


Slide 4 - Slide

Hefbomen

Slide 5 - Slide

Hefbomen
Evenwicht:
K  x  Ka = L  x  La

Ongunstige hefboom = korte Ka en lange La
Gunstige hefboom = langere Ka en kortere La

Slide 6 - Slide

Hefbomen

Slide 7 - Slide

Een hefboom met een korte krachtsarm en een lange lastarm is gunstig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Hefboom som
De last die moet worden gedragen is 5 kilogram
De lastarm is 20cm en de krachtsarm is 15 cm
Hoeveel kracht (Newton) moet er geleverd worden, zodat er evenwicht is?

Je krijgt een kladblaadje van de docent!


Slide 9 - Slide

Krachtarm
Lastarm
Last 5 kilo
Kracht  ?
K x Ka = L x La
15 cm
20 cm
FOUTE ANTWOORDEN
66,66 Newton
70 Newton
100 Newton
50 Newton

Slide 10 - Drag question

Hefboom som
Evenwicht: K x Ka = L x La

5 kilogram = 50 N
K x 15 = 50N x 20
K x 15 = 1000 (2 x 3 = 6, dus 6/3=2)
K = 1000 / 15 = 66,667N
ONGUNSTIGE HEFBOOM

Slide 11 - Slide

Krachtarm
Lastarm
Last 4 kilo
Kracht  ?
K x Ka = L x La
40 cm
20 cm
FOUTE ANTWOORDEN
20 Newton
30 Newton
40 Newton
10 Newton

Slide 12 - Drag question

Hefboom som
Evenwicht: K x Ka = L x La

4 kilogram = 40 N
K x 40 = 40N x 20
K x 40 = 800 (2 x 3 = 6, dus 6/3=2)
K = 800 / 40 = 20N
GUNSTIGE HEFBOOM

Slide 13 - Slide

Krachtarm
Lastarm
Last 110N
Kracht  8 kilo
K x Ka = L x La
30 cm
????
FOUTE ANTWOORDEN
15,6 cm
21,8 cm
40 cm
11,2 cm

Slide 14 - Drag question

Hefboom som
Evenwicht: K x Ka = L x La

8 kilogram = 80 N
80 x 30 = 110N x La
2400 = 110 x La 
La = 2400 / 110 = 21,8cm

Slide 15 - Slide

Newton
Isaac Newton
1642
Natuurkunde was zijn leven

"SUPERULTRA-bekende" 3 wetten

Slide 16 - Slide

1e wet van Newton
Wet van de massatraagheid
Een lichaam blijft in rust of volhardt in zijn rust of beweging, tenzij er een kracht op wordt uitgeoefend.


Massa is traag, maar eenmaal in beweging......


Slide 17 - Slide

1e wet van Newton

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

2e wet van Newton
Impulswet
Als een lichaam met een massa (M) een versnelling (A) heeft, dan is de kracht (F) die erdoor wordt uitgeoefend het product van massa en versnelling

F = M * A

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

3e wet van Newton
Actie-reactiewet:
Elke actie levert altijd een even grote, maar tegengestelde reactie op

Actie = -Reactie

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Hydromechanica
Dit gaat over krachten en wetmatigheden die in vloeistofsituaties kunnen voorkomen.

  • Wet van Archimedes
  • Principe van Bernouilli
  • Koppelwerking

Slide 24 - Slide

Wet van Archimedes
Een lichaam of voorwerp in water krijgt een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de verplaatste hoeveelheid water


Slide 25 - Slide

Principe van Bernouilli
Als water (of lucht) sneller gaat stromen, worden de moleculen ervan uit elkaar getrokken en zal de druk van dit water (of deze lucht) wat gaan dalen waardoor drukverschillen ontstaan

Slide 26 - Slide

Principe van Bernouilli

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Koppelwerking
Drijvende voorwerpen hebben te maken met 2 centra van krachten te maken:
  • het centrum van de massa: het zwaartepunt
  • het centrum van de opwaartse kracht: het opdrukpunt

Slide 29 - Slide

Koppelwerking

Slide 30 - Slide

Translatie en rotatie
Translatie: 
verplaatsing; beweging van een voorwerp waarbij de richting behouden blijft

Rotatie:
draaiing; beweging van een voorwerp waarbij de richting veranderd

Slide 31 - Slide

Translatie en rotatie

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Magnuseffect
De effectbal

In het begin overheerst de translatiekracht. Maar deze neemt af, naarmate de bal dichter het doel nadert. De rotatiekrachten die van + naar - gaan , zullen uiteindelijk de bal naar binnen drukken

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Lichaam
Translaties en rotaties van het lichaam

Lengte-as
Breedte-as

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Leerdoelen behaald?
  • Je hebt basiskennis over biomechanica.

Slide 38 - Slide

En nu?
  • Studeren biomechanica (uitgedeeld op papier)
  • Vrijdag > praktijk hardlopen en verwerkingsopdracht
  • Werken aan Sway 

Slide 39 - Slide