This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.
- Als je een zin uitspreekt, hoor je dan rust of verschil in toonhoogte? Dan gebruik je een komma
- tussen twee werkwoorden: als jij niet belt, bel ik zelf
- voor voegwoorden zoals omdat, doordat, terwijl, maar
- bij een opsomming, bijvoegelijk naamwoord
- bij een aanspreking zoals Jim, kom je zo eten?
NOOIT VOOR HET WOORD EN