This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Er zijn verschillende manieren waarop een zelfstandig naamwoord
Je mag een -s gewoon aan een woord vastplakken als het eindigt op een medeklinker of als het woord eindigt op een -e.
Voorbeeld:
computer - computers
garage - garages
kusje - kusjes
Afkortingen van zelfstandige naamwoorden, schrijf je ook met 's.
Voorbeeld:
tv's
dj's
wc's
In het Nederlands hebben we aan aantal Franse woorden die eindigen met een accent (streepje) op de letter - é.
In het meervoud mag je de letter -s dan gewoon aan het woord vastplakken.
Voorbeeld:
logé - logés
Als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt, dan gebruik je -eën (trema).
Voorbeeld:
melodie - melodieën
fantasie - fantasieën
Als de klemtoon van het woord ergens anders ligt, dan gebruik je -ën.
Voorbeeld:
bacterie - bacteriën
porie - poriën
Vroeger werd er op een andere manier ook nog een meervoudsvorm gemaakt.
Nu kennen we nog deze twee:
kind - kinderen
ei - eieren
We gebruiken in het Nederlands veel woorden die oorspronkelijk uit het Latijn komen. Deze woorden hebben een afwijkende meervoudsvorm.
Voorbeeld:
museum - musea
centrum - centra
datum - data
Nog meer uitzonderingen:
Voorbeeld:
technicus - technici
medicus - medici
politicus - politici