Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

zinsvolgorde na volgordewoorden A2

Zinsvolgorde na volgorde woord
Begrijp jij er iets van?
??
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zinsvolgorde na volgorde woord
Begrijp jij er iets van?
??

Slide 1 - Slide

Doel

  • Ik kan zinnen, na een volgorde woord, in de goede volgorde   plaatsen.

Slide 2 - Slide

Volgorde woorden
  • Eerst
  • Dan
  • Daarna
  • Ten slotte

Slide 3 - Slide

Een zin met een volgorde woord 
 
  Eerst                ga                    je           naar de stad.
volgordewoord   - 2-1-3
Eerst doe je boter in de pan.
Dan doe je het vuur een beetje hoger.
Daarna doe je een ei in de pan.
Tenslotte laat je het ei bakken.


VW
volgorde woord      werkwoord               onderwerp                 tijd / plaats
1
2
3

Slide 4 - Slide

Eerst
A
poets ik mijn tanden.
B
ik poets mijn tanden.

Slide 5 - Quiz

Dan
A
ik trek mijn kleren aan.
B
trek ik mijn kleren aan.

Slide 6 - Quiz

Daarna
A
kam ik mijn haren
B
ik kam mijn haren

Slide 7 - Quiz

Tenslotte
A
ga ik naar mijn werk.
B
ik ga naar mijn werk.

Slide 8 - Quiz

Mijn ochtend:
Eerst......
A
ik word wakker.
B
word ik wakker.

Slide 9 - Quiz

Dan......
A
eet ik mijn ontbijt.
B
ik eet mijn ontbijt.

Slide 10 - Quiz

Daarna......
A
ik rijd naar mijn werk.
B
rijd ik naar mijn werk.

Slide 11 - Quiz

Tenslotte
A
ik werk tot 12 uur.
B
werk ik tot 12 uur.

Slide 12 - Quiz

Eerst ......
ik - eten - brood

Slide 13 - Open question

Dan.......
ik - drinken - thee

Slide 14 - Open question

Daarna.......
ik - eten - mijn lunch

Slide 15 - Open question

Ten slotte.......
ik - eten - rijst en groenten

Slide 16 - Open question