This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Benoem de vier functies van de factor prijs.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Lees voorbeeld 10.1 op pagina 174. Vat het voorbeeld samen in 1 zin. Wat is betekent het nou?
Slide 10 - Open question
Wat betekent nou voorbeeld 10.2 op pagina 174?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Voorbeeld 10.3: hebben jullie vorig jaar met ITO ook de prijs zo bepaald?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Noem een voorbeeld van een prijselasticiteit.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Going-rate pricing is een vorm van:
A
concurrentiegerichte prijsstelling
B
kostengerichte prijsstelling
C
vraaggerichte prijsstelling
D
inverse prijsstelling
Slide 20 - Quiz
Er is sprake van inverse prijsstelling:
A
als de verkoopprijs het uitgangspunt is
B
als de kosten de basis vormen voor de prijsstelling
C
als de detaillist de prijzen vaststelt
D
ls de fabrikant de prijs bepaalt
Slide 21 - Quiz
Easy-Jet biedt als jonge luchtvaartmaatschappij goedkope vluchten aan naar onder andere Londen. De prijs voor een enkele reis bedraagt € 49. Van welke prijsstelling is hier sprake?
A
afroomprijsstrategie
B
penetratieprijsstrategie
C
eindprijs-min-strategie
D
going-rate strategie
Slide 22 - Quiz
Van welke vorm van prijszetting is sprake, als de prijs zo laag wordt gesteld dat potentiële concurrenten niet op de markt komen?
A
dumping
B
put-out pricing
C
afroom-pricing
D
stay-out pricing
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
ken je de vier functies van prijs nog?
Slide 25 - Open question
Volgens de moduleplanning hebben we 2 proefexamens. Ik wil er 3 afnemen, waarvan de eerste volgende week fysieke les.