What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Voltooid deelwoord in het Duits les 1
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Slide 1 - Slide
Noem enkele voorbeelden van een voltooid deelwoord in het Duits?
Slide 2 - Mind map
Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door:
GE + STAM + T
Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört.
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt.
Slide 3 - Slide
Uitzondering
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:
GE + STAM + ET
Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.
Slide 4 - Slide
Uitzondering
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door:
STAM + T
Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?
Slide 5 - Slide
Uitzondering
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be-, er- of ver- wordt gevormd door:
STAM + T
Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Slide 8 - Slide
Wat is eigenlijk een sterk werkwoord?
Slide 9 - Mind map
Basisregel voor het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden moet je simpelweg leren.
Bijvoorbeeld:
beschrijven - beschreven / beschreiben - beschrieben
zwemmen - gezwommen / schwimmen - geschwommen
Slide 10 - Slide
We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in.
Slide 11 - Slide
Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)
Slide 12 - Open question
Voltooid deelwoord?
Wo hast du Tennis ____(spielen)?
Slide 13 - Open question
Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)
Slide 14 - Open question
Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)
Slide 15 - Open question
Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).
Slide 16 - Open question
Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)
Slide 17 - Open question
Voltooid deelwoord?
Ich habe mit ihm____(chatten)
Slide 18 - Open question
Voltooid deelwoord?
Ich habe in den Ferien viel ____ (arbeiten)
Slide 19 - Open question
Voltooid deelwoord?
Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?
Slide 20 - Open question
Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen)
Slide 21 - Open question
Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?
Slide 22 - Open question
Voltooid deelwoord?
Die Schüler haben bei Albert Heijn zu wenig______(verdienen)
Slide 23 - Open question
Voltooid deelwoord?
Ich habe die Falsche Kleidung______(bestellen)
Slide 24 - Open question
Voltooid deelwoord?
Ich habe gestern einen Kuchen ______(machen)
Slide 25 - Open question
We gaan oefenen!
Maak een voltooide zin.
Bijvoorbeeld:
Ich wohne in Goes = Ich habe in Goes gewohnt.
Slide 26 - Slide
Meine Schwester wohnt in Zierikzee.
Slide 27 - Open question
Meine Oma tanzt gerne.
Slide 28 - Open question
Mein Bruder arbeitet als Lehrer.
Slide 29 - Open question
Ich bestelle das Essen.
Slide 30 - Open question
Wat vind je aan dit onderdeel nog lastig?
Slide 31 - Open question
Slide 32 - Slide