What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
strux deel 2 Ruimtes gebruiksklaar maken
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Verzorging
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doelen
Je maakt ruimtes schoon:
- Je legt de juiste schoonmaakmiddelen en - materialen klaar
Je begrijpt etiketten en veiligheidsvoorschriften
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Waar denk jij aan bij
schoonmaken?
Slide 5 - Mind map
Jessie maakt schoon. Bij welke situatie hanteert ze de juiste volgorde?
A
Ze maakt eerst de toiletten schoon, daarna maakt ze het aanrecht schoon.
B
Ze dweilt eerst de vloer, daarna stofzuigt ze de vloer.
C
Ze stoft eerst de kast af, daarna stofzuigt ze de vloer
D
Ze dweilt eerst de vloer, daarna stoft ze de plankjes af.
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het symbool op de afbeelding?
A
Bijtend
B
Oxiderend
C
Ontvlambaar
D
Giftig
Slide 7 - Quiz
Tot welk soort vuil behoort zand?
A
Sterk gehecht vuil
B
Droog vuil
C
Nat vuil
D
Licht gehecht vuil
Slide 8 - Quiz
Met handschoenen aan werk je: Hygiënisch
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat voor vuil
zie je hier?
A
onzichtbaar vuil
B
zichtbaar vuil
Slide 10 - Quiz
op welke foto zie je de kruimeldief?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Noem 1 eigenschap van soda.
A
niet milieuvriendelijk
B
duur schoonmaakmiddel
C
milieuvriendelijk
D
brandbaar
Slide 12 - Quiz
Welk schoonmaakmiddel gebruik je voor het ontvetten?
A
spiritus
B
amoniak
Slide 13 - Quiz
A
brandbare stof
B
milieugevaarlijk
C
oxiderende stof
D
schadelijk
Slide 14 - Quiz
A
explosieve stof
B
bijtende stof
C
schadelijk
D
giftige stof
Slide 15 - Quiz
Welk schoonmaakmiddel gebruik je om ramen streeploos
schoon te maken?
A
spiritus
B
chloor
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van:
interieur
A
de woonkamer
B
het overdekte terras
Slide 17 - Quiz
Hoe wordt de hygiëne code aangegeven?
A
HCAPP
B
HACCP
Slide 18 - Quiz
Wat hoort bij de dagelijkse
schoonmaak ?
A
afwassen
B
ramen lappen
Slide 19 - Quiz
Wat hoort bij de
periodieke schoonmaak?
A
stofzuigen
B
koelkast schoonmaken
Slide 20 - Quiz
Waarom maak je schoonmaak materialen schoon
als je klaar bent?
A
dan blijven ze lekker zacht
B
dan gaan ze langer mee
Slide 21 - Quiz
Wat is hier
niet goed?
A
Ze moet eerst stofwissen
B
Ze moet eerst dweilen
C
Ze moet letten op een goede werkhouding
D
Ze kan ook een kruimeldief gebruiken
Slide 22 - Quiz
Wat doe je eerst als je de badkamer
schoonmaakt?
A
De vloer dweilen
B
Spiegels schoonmaken
Slide 23 - Quiz
Gastvrij is ......................................
A
de mensen begroeten
B
niet met de mensen praten
Slide 24 - Quiz