What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Woordenschat A1
Woordenschat A1
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat A1
Slide 1 - Slide
Wat zie je op de foto?
Slide 2 - Open question
De mevrouw voor de klas is:
A
de docent
B
het meisje
C
de meester
D
de oma
Slide 3 - Quiz
De docent geeft mij een ............ Ze zegt: 'Pak je boek'.
A
vraag
B
woord
C
opdracht
D
zin
Slide 4 - Quiz
Het meisje .....................................een boek
Tekst
A
wijst naar
B
leest
C
luistert naar
D
kijkt
Slide 5 - Quiz
Wat doet het meisje?
Slide 6 - Open question
Ik ga naar huis, ik zeg.......
A
goedemorgen
B
tot morgen
C
goedemiddag
D
tot ziens
Slide 7 - Quiz
Wat zie je op het plaatje?
A
De kantine
B
de wc
C
De stoel
D
de trap
Slide 8 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij
Tekst
A
het potlood
B
het papier
C
de pen
D
het bord
Slide 9 - Quiz
De deur is niet open maar......
Slide 10 - Open question
Welke kleur zie je?
Slide 11 - Open question
De douche is in de .........
A
slaapkamer
B
badkamer
C
garage
D
zolder
Slide 12 - Quiz
De tuin is ........
A
voor het huis
B
op de zolder
C
in de woonkamer
D
onder het huis
Slide 13 - Quiz
Wat is een huisdier?
A
een broer
B
een kat
C
een hond
D
een opdracht die ik thuis maak
Slide 14 - Quiz
Wat hoort bij elkaar:
A
zoon-broer-jongen
B
vader-oom-opa
C
dochter-oma-nicht
Slide 15 - Quiz
wat hoort bij elkaar:
1. de man -
2. de opa - 3. de oom -
Slide 16 - Open question
wat zie ik op het plaatje?
A
plakken
B
knippen
C
kleuren
D
schrijven
Slide 17 - Quiz
cola drink ik uit een .........
Slide 18 - Open question
voordat ik ga eten zeg ik......
A
welterusten
B
smakelijk eten
C
tot ziens
D
tot morgen
Slide 19 - Quiz
Wat doe ik in het weekend?
A
Ik ga op bezoek bij mijn oma.
B
We gaan uit eten.
C
We gaan naar een museum
D
We gaan naar het strand
Slide 20 - Quiz
Wat is geen huisdier?
A
een hond
B
een kat
C
een koe
D
een konijn
Slide 21 - Quiz
Waar zou je naar toe willen op vakantie?
Slide 22 - Open question