What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
ABT3 04.10.24
Welkom
04.10.24
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Anders
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
180 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
04.10.24
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik
3.1
Kahoot
Afsluiting
Slide 2 - Slide
3.1
Bespreken HW 3.1 t/m opdr. 11
Voorbeeldzinnen!?
Slide 3 - Slide
3.1
Bekijk het rode blokje op blz. 91
Bijzondere meervoudsregels
twee --> tweeën
zee --> zeeën
idee --> ideeën
Regel: woorden op
-ee
krijgen bij meervoud +
ën
ë/ï --> twee puntjes heten een
trema
Slide 4 - Slide
www.taal-oefenen.nl
Slide 5 - Link
3.1
vrijheid --> vrijheden
schoonheid --> schoonheden
snelheid --> snelheden
mensheid --> mensheden
Regel: woorden op
-heid
krijgen bij meervoud
-heden.
Slide 6 - Slide
3.1
monteur
regisseur
conducteur
souffleur
ambassadeur
redacteur
Regel:
beroepen
op
-eur
krijgen bij meervoud een
-s
.
Slide 7 - Slide
www.dutchgrammar.com
Slide 8 - Link
3.1
'Speciale woorden'
Bijvoorbeeld:
bedrag --> bedragen
slot --> sloten
blad --> bladen
weg --> wegen
Regel: Er zijn bepaalde woorden met een
korte klank
die in het
meervoud
een
lange klank
krijgen.
Slide 9 - Slide
www.dutchgrammar.com
Slide 10 - Link
3.1
blad --> bladeren
ei --> eieren
kind --> kinderen
lied --> liederen
rund --> runderen
rad --> raderen
Sommige woorden hebben bij meervoud
-eren
Slide 11 - Slide
educatie-en-school.infonu.nl
Slide 12 - Link
3.1
Bij sommige woorden moet je het meervoud uit je hoofd leren.
Bijvoorbeeld:
broer --> broers
e-mail --> e-mails
oom --> ooms
stad --> steden
Slide 13 - Slide
www.goedverwoord.nl
Slide 14 - Link
3.1
Bekijk opdracht 13
Welke woorden zijn meervoud?
Zet een rondje om de woorden in het meervoud.
Schrijf het meervoud van de woorden op die nog niet in het meervoud staan.
Bespreken
Slide 15 - Slide
3.1
Pak werkblad 3.1a
Je gaat oefenen met het schrijven van enkelvoud/meervoud.
Let goed op de juiste vorm!!
Bespreken
Slide 16 - Slide
3.1
Klassikaal: opdr. 15
Slide 17 - Slide
3.1
Maak tweetallen
Pak werkblad 3.1b
Praat samen
Wat zie je? Maak minimaal
2 zinnen
.
Slide 18 - Slide
3.1
Pak een stuk (lijntjes)papier
Draai het rad
Schrijf op je papier het meervoud van het woord.
Bespreken
Slide 19 - Slide
3.1
Dictee
Luister naar de zinnen
Schrijf de zinnen op
Bespreken
Slide 20 - Slide
3.1
Maak tweetallen
Pak werkblad 3.1c
Cursist A zegt welke foto's hij/zij heeft.
Kies één van de foto's en leg uit waarom.
Vraag cursist B naar zijn/haar keuze.
Vertel daarna wat er op de foto's staat.
Slide 21 - Slide
3.1
Bekijk opdracht 18.
Je maakt de berichten af.
Gebruik daarvoor de woorden die tussen haakjes staan.
Klaar?
Bespreek jouw antwoorden met een medecursist.
Klassikaal bespreken.
Slide 22 - Slide
3.1
Pak werkblad 3.1d
Schrijf een bericht.
Je bent aan het werk in huis of in de tuin. Je wilt iets van iemand anders lenen. Je schrijft een bericht in de buurtapp. Bedenk
zelf een situatie of kies uit de voorbeelden hieronder. Schrijf op 1) wat je nodig hebt, 2) waarom je het nodig hebt en 3) vraag of
iemand je kan helpen.
Klaar? Lees het bericht van een medecursist. Schrijf een antwoord onder het bericht. Lees daarna een ander bericht van een
medecursist en het antwoord eronder. Schrijf daaronder nog een antwoord op het bericht
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Afsluiting
Slide 26 - Slide