Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

woordenschat Taalcompleet A1 thema 4 deel 2

Woorden thema 4 deel 2
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden thema 4 deel 2

Slide 1 - Slide

thema 4 gaat grotendeels over meervoudsvormen.
De leerlingen hebben de vorige les de regels van meervoudsvorming geleerd.
Deze les leren ze nieuwe zelfstandige naamwoorden en koppelen hier direct de juiste regels aan.
Geef een voorbeeld
van een woord in enkelvoud
en meervoud.
Bijvoorbeeld:
de tas - de tassen

Slide 2 - Mind map

De leerlingen associëren. 
Schrijf een woord
met een korte klank.

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf een woord
met een lange klank.

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf een woord
met een tweetekenklank.

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Woorden
de oven
de ovens
de taart
de taarten
het bedrag
de bedragen
het briefje
de briefjes
de cent
de centen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woorden
de euro
de euro's 
de munt
de munten
de druif
de druiven
de komkommer
de komkommers
de banaan
de bananen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Woorden
de boon
de bonen
de citroen
de citroenen
de peer
de peren
de sinaasappel
de sinaasappels
de wortel
de wortels

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woorden
de zak
de zakken
het stukje
de stukjes
de bon
de bonnen
het pak
de pakken
de zegel
de zegels

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Woorden leren
Leer nu de woorden: enkelvoud en meervoud.
Over 10 minuten krijg je een toets op papier.
timer
1:00
Tips:
Schrijf de woorden op.
Vertaal de woorden in je eigen taal.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions