What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
B&L periode 10 les 5 leertheorieën 9.1 - 9.4 (2020 - 2021)
B&L leerjaar 3
Vorige week herhaling verantwoording
Deze week leertheorieën (9.1 - 9.4)
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
B&L
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
B&L leerjaar 3
Vorige week herhaling verantwoording
Deze week leertheorieën (9.1 - 9.4)
Slide 1 - Slide
Waar denken jullie dat leertheorieën overgaan?
Slide 2 - Open question
Inhoud
Leerdoelen
Leren
Vormen van leren
Sporter binnen het motorish leerproces
Leerdoelen behaald?
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat leren is en welke vormen van leren er zijn.
Je weet wat sociaal-affectief en cognitief leren is.
Je weet wat motorisch leren is en wat er gebeurt tijdens het motorisch leerproces.
Je weet wat cognitieve handelingen van een deelnemer kunnen zijn tijdens het motorisch leerproces.
Slide 4 - Slide
Leren
Rijping: min of meer autonome ontwikkeling van het menselijk lichaam
Leren: proces waarbij onder invloed van oefening of het opdoen van ervaring een relatief permanente verandering ontstaat
Slide 5 - Slide
Samenhang rijping en leren
Als een kind een bepaalde rijpingsgraad nog niet bereikt heeft, heeft oefenen geen enkele zin.
Leren is het meest effectief in de zogenaamde gevoelige periode.
Het tempo van rijping is voor iedereen min of meer verschillend.
Slide 6 - Slide
Vormen van leren
Vaardigheden
Mate van bewustheid van leren
Sociaal-affectief
Intentioneel (opzettelijk)
Cognitief
Incidenteel (toevallig)
Motorisch
Slide 7 - Slide
Motorisch leren
Slide 8 - Slide
Instructievormen
Visuele instructie
Auditieve instructie
Tactiele/manuele instructie
Mentale instructie
Slide 9 - Slide
Visuele instructie
Goed voorbeeld
Fout voorbeeld
Foto
Film
Markeringspunt
Slide 10 - Slide
Auditieve instructie
Uitleg, praatje
‘doe alsof’-opdrachten
Ritmische begeleiding
Gedragsgecentreerde instructie
Doelgecentreerde instructie
Is op het lichaam gericht. Vb: kijk recht vooruit.
Gaat over richting, baan en plaats. Vb: kijk naar de stip op de muur.
Slide 11 - Slide
Tactiele/manuele instructie
Aanvoelen van de beweging
Tikje of zetje
Inzet van een beweging
Slide 12 - Slide
Mentale instructie
Mental rehearsel/zelfinstructie
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Combineren instructievormen
Een voorbeeld
Demonstreer de vaardigheid (visuele instructie)
Laat de spelers de techniek uitproberen
Demonstreer de vaardigheid met de aandacht op één onderdeel gericht (visueel en auditief)
Laat de spelers oefenen en geef daarbij feedback gericht op het aandachtspunt (auditief)
Slide 15 - Slide
Sporter binnen het motorisch leerproces
MHV-patroon
Aanpakgedrag
Motivatie
Foutenanalyserende aanpak
Houding
Momentaanpak
Verwachting
Slide 16 - Slide
Sporter binnen het motorisch leerproces
Positief beïnvloeden MHV patroon
complimenten geven
variatie aanbrengen in de oefenstof
beeldmateriaal laten zien van goede prestaties
zorgen voor gunstige voorwaarden/omstandigheden (goede accommodatie, sfeer etc.)
Slide 17 - Slide
Aanpakgedrag
Instructie
Aanpakgedrag
Didactische werkvorm
gedragsgecentreerde instructie
Foutenanalyserende aanpak
Dialogisch bewegingsonderwijs
doelgecentreerde instructie
Momentaanpak
Slide 18 - Slide
Foutenanalyserende aanpak
Deelnemer richt zich vooral op eigen motorisch gedrag.
Opmerken, vaststellen van de fout
Analyseren van de fout
Trekken van conclusie voor de volgende poging
Slide 19 - Slide
Momentaanpak
Alleen gericht op het resultaat: het lukt wel OF niet.
Gaat meer om ‘trial and error’.
Binnen de momentaanpak zijn drie reacties mogelijk:
Deelnemer ontdekt de fout in zijn beweging niet.
Deelnemer merkt de fout wel op, maar analyseert deze niet.
Deelnemer komt wel tot een foutenvaststelling en foutenanalyse, maar trekt geen conclusie voor volgende poging.
Slide 20 - Slide
Dialogisch bewegingsonderwijs
In gesprek gaan met deelnemer over leerresultaat: vragenderwijs lesgeven.
Effect: deelnemer meer foutenanalyserend te werk gaat en daardoor tot betere leerresultaten komt.
Slide 21 - Slide
Welke instructievormen kun je onderscheiden tijdens het motorisch leerproces?
Slide 22 - Open question
Geef 3 voorbeelden van visuele instructie.
Slide 23 - Open question
Geef 3 voorbeelden van auditieve instructie.
Slide 24 - Open question
Leg het verschil uit tussen gedraggecentreerde en doelgecentreerde instructie.
Slide 25 - Open question
Wat is rijping?
A
Rijping is een proces wat onafhankelijk is van invloeden van buitenaf.
B
Proces waarbij onder invloed van oefening of het opdoen van ervaring een relatief permanente verandering ontstaat.
C
Rijping is het effect van oefenen en ervaringen opdoen.
D
Min of meer autonome ontwikkeling van het menselijk lichaam.
Slide 26 - Quiz
We spreken van een leereffect als er sprake is van transfer. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het begrip transfer verwijst naar de mogelijkheid om de geleerde vaardigheid ook in andere omstandigheden toe te kunnen passen.
B
Het begrip transfer verwijst naar de mogelijkheid om de geleerde vaardigheid alleen in één situatie toe te kunnen passen.
C
Het begrip transfer verwijst er naar dat je de vaardigheid na een tijdje niet meer uit kan voeren.
D
Het begrip transfer verwijst er naar dat je de geleerde vaardigheid 5 van de 10 keer uit kan voeren.
Slide 27 - Quiz
Welke uitspraak is juist? Bij intentioneel leren:
A
komen leerresultaten toevallig tot stand.
B
dient altijd een sportbegeleider aanwezig te zijn die het leerproces aanstuurt.
C
is er sprake van opzettelijk leren.
Slide 28 - Quiz
Welk van onderstaande vaardigheden is een cognitieve vaardigheid?
A
Om kunnen gaan met positieve en negatieve kritiek.
B
Luisteren.
C
Het analyseren van de techniek van de zweefrol.
D
Samenwerken
Slide 29 - Quiz
Het met een witte streep aangeven waar je de leerlingen hun handen neer moeten zetten op de kast met overspreiden over de kast is een voorbeeld van:
A
Tactiele instructie
B
Auditieve instructie
C
Visuele instructie
D
Mentale instructie
Slide 30 - Quiz
Als we naar de persoon binnen het motorisch leerproces kijken, is ook het MHV-patroon van belang voor het resultaat. Wat staat MHV voor?
Slide 31 - Open question
In het model van Pijning worden twee leerstrategieën onderscheiden, namelijk:
Slide 32 - Open question
Leerdoelen behaald?
Je weet wat leren is en welke vormen van leren er zijn.
Je weet wat sociaal-affectief en cognitief leren is.
Je weet wat motorisch leren is en wat er gebeurt tijdens het motorisch leerproces.
Je weet wat cognitieve handelingen van een deelnemer kunnen zijn tijdens het motorisch leerproces.
Slide 33 - Slide
Volgende keren
Vrijdag: verwerkingsopdracht leertheorieën (deel 1)
Dinsdag: verder met deze leereenheid
Vrijdag 4 december inleveren opdracht 3 en 4
Vrijdag 11 december toets
Slide 34 - Slide