Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Afronden week 1 en 2 VPK

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Noem enkele symptomen die kenmerkend zijn voor COPD

Slide 5 - Open question

Klachten bij COPD kunnen zijn:
  • benauwdheid
  • hoesten
  • slijm ophoesten
  • kortademigheid
  • vermoeidheid
  • weinig spierkracht
  • gewichtsverandering
In de casus wordt gesproken over hartfalen.

De MEEST voorkomende klachten bij hartfalen zijn?
A
Kortademigheid, vocht vasthouden, vermoeidheid.
B
Vergeetachtigheid, minder goede concentratie.
C
Koude handen en voeten of slecht slapen.

Slide 6 - Quiz

Minder vaak voorkomende klachten bij hartfalen zijn vergeetachtigheid, minder goede concentratie, koude handen en voeten of slecht slapen.
Longemfyseem is een longziekte die valt onder COPD
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Longemfyseem is een longziekte die valt onder COPD, samen met chronische bronchitis. De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Longziekte).
Longemfyseem wordt ook wel emfyseem genoemd. Het is een chronische ziekte. Dat betekent dat het niet over gaat. Bij longemfyseem gaan er steeds meer longblaasjes stuk. De wanden van de longblaasjes raken zo beschadigd dat ze niet meer goed werken. De longblaasjes zorgen voor de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide, ons ‘uitlaatgas’. Bij ernstig longemfyseem raken sommige longblaasjes met elkaar vergroeid. Longblaasjes die zijn beschadigd, kunnen niet meer herstellen. Zonder longblaasjes is het moeilijker om zuurstof op te nemen.
Wat houdt een zorgleefplan in?

Slide 8 - Open question

Het zorgleefplan, of ook wel ondersteuningsplan, helpt de cliënt zo te ondersteunen dat hij zijn leven (ondanks ziekte of beperking) zoveel mogelijk kan voortzetten zoals hij dat wil. De voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt zijn het uitgangspunt van het zorgleefplan. De zorgverlener denkt mee met de cliënt over hoe hij zijn doelen kan bereiken en doet voorstellen. De cliënt beslist welke ondersteuning hij wil. De afspraken die de zorgverlener maakt met de cliënt wordt vastgelegd in het zorgleefplan.
Verantwoorde zorg gaat verder dan persoonlijke verzorging alleen. Voor de cliënt is de kwaliteit van leven het belangrijkst. Dit wordt beschreven met 4 aandachtsgebieden:
Lichamelijk welbevinden
Goed verzorgen van een cliënt geeft de cliënt een goed gevoel.
Woon- en leefomstandigheden
Een cliënt helpen bij het zich thuis voelen in de woonomgeving en het hebben van voldoende bewegingsvrijheid.
Participatie/deelname
De cliënt helpen bij het invulling geven aan persoonlijke interesses, hobby’s, een sociaal leven en contact houden met de samenleving.
Mentaal welbevinden
De cliënt helpen om respect te hebben voor en ondersteuning bij zijn eigen identiteit en levensinvulling.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe kijk je terug op deze eerste lesweek?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions