Zinnen van de week 6.1

• NT2
• Basisschool
• MBO
• Groep 1

Zinnen van de week 

Is de zin goed of fout? 

Sam koopt een geel T-shirt.

1. goed
2. fout

Van wie zijn de blauwe schonen?

1. goed
2. fout

De vrouw kiezen een rood vest.

1. goed
2. fout

Ze wil ook twee roken.

1. goed
2. fout

Mijn hemd en onderbroek zijn wit.

1. goed
2. fout

De sokken van het meisje is roze.

1. goed
2. fout

Hij heeft een nieuw overhemd.

1. goed
2. fout

Mij jas is in de gang.

1. goed
2. fout

Waar is de tas van de docent?

1. goed
2. fout

Wie heb een zwarte broek?

1. goed
2. fout

Typ het woord

Sam ......... een geel T-shirt.

Van wie zijn de ............. schoenen?

De vrouw kiest een rood ............. .

Ze wil ook ............ rokken.

Mijn ............. en onderbroek zijn wit.

De sokken van het .............. zijn roze.

Hij .............. een nieuw overhemd.

Mijn jas is in de ........... .

Waar is de tas van de .......................?

Wie heeft een zwarte ...................?

Zet de zinnen in de goede volgorde

koopt

T-shirt

Sam

een geel

de blauwe

zijn 

van wie

schoenen

kiest

vest

een rood

de vrouw

twee rokken

wil

ze

ook

mijn hemd

wit

en onderbroek

zijn

van het meisje

de sokken

roze

zijn

heeft

overhemd

een nieuw

hij

de gang

in

mijn jas

is

de tas

is

waar

van de docent

heeft

een zwarte

broek

wie

Typ een zin met het woord

Denk aan:

Hoofdletters

Punt . of vraagteken ? 

mijn

koopt

waar

twee

schoenen

Hoe ging de opdracht?

😒🙁😐🙂😃