Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 7 - Sport en Spel EMB

1 / 19
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij over het onderwerp:
Sport en Spel en EMB
A
B
C

Slide 2 - Quiz

Hoe veel interesse heeft de student over dit onderwerp? 
Wat weten de studenten hier al over? Ervaringen? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Bewegen voor mensen met een verstandelijke beperking kan in veel verschillende dagelijkse situaties. De professional op het gebied van bewegen in een docent lichamelijke opvoeding, fysiotherapeut, bewegingsagoog of psychomotorisch therapeut.
Zij zijn de experts op het gebied van bewegen en bieden de sport en spel 
activiteiten aan binnen een organisatie.
Spel (en sport) is een levensbehoefte van ieder mens, jong, oud, verstandelijk beperkt of niet. Als je een bal toegeworpen krijgt vang je die vanzelf. Dat is kenmerkend voor een spel, het is een spontane activiteit het is geen opgave.
Spel speelt ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van een kind. Wie kan zich niet een kiekeboe spelletje herinneren met een baby in de buurt.
Ook jullie vinden het leuk om een spelletje te spelen. Kijk naar alle quizen die in de lessen naar voren komen, daar worden jullie heel fanatiek van.
Wanneer er samen gespeeld wordt, wordt er ook samen plezier gemaakt. Je bent aan het spelen met anderen dus je maakt contact met een ander. Voor mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking is contact maken moeilijk om te doen. Als je samen speelt, maak je samen contact.
In de ontwikkeling van een kind kan spel niet ontbreken, hij oefent motorische vaardigheden, leert zintuigen gebruiken en ook de eigenschappen van verschillende materialen. Is iets hard of zacht, kun je er in knijpen of niet.
Door spel leer je logisch denken, met anderen samen werken en je gevoelens verwoorden. Spel heeft ook invloed op de taalontwikkeling van een kind.

Zwemmen is een sport activiteit die zeer geschikt is voor mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking. Het fijne warme water voelen op je lijf, het zorgt er voor dat is ontspannend voor de spieren. 
Waarom is zwemmen een passende activiteit voor EMB?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Spel heeft als functie:
- Ontspanning
- Invulling van vrije tijd
- Verveling voor komen en tegen gaan, daardoor voorkomen van ongewenst gedrag
- Gevoelens van eigenwaarde versterken
- Voldoening geven, nuttig gevoel
- Contact met anderen

Bewegingsactiviteiten kunnen ook ingezet worden om het gedrag van een deelnemer te veranderen. Bijvoorbeeld auto mutilerend gedrag, het positief beïnvloeden van iemands gedrag waardoor diegene lekkerder in zijn vel zit. Maar bewegingsactiviteiten kunnen ook gewoon voor plezier ingezet worden, gewoon genieten van het moment. Daarvoor kunnen verschillende strategieën in gezet worden.
Primaire bewegingsactivatie gaat om het activeren of in gang zetten van de meest belangrijke zintuig. Het is de basisbenadering. Reuk, zicht, gehoor, smaak en tast worden geprikkeld. De wereld om de cliënt heen wordt steeds meer betrokken. De materialen die om hem heen staan, de begeleiders maar ook de hun eigen lichaam.
Bewegingsactivering gaat verder op grip krijgen op de omgeving. De cliënt raakt meer betrokken bij de omgeving. De cliënt wordt actief de eigenschappen van de materialen, ruimte, zichzelf en anderen aangeboden om zo de wereld beter te ontdekken. Door de bewegingen doet de cliënt ervaringen op. Bijvoorbeeld over een bal, een bal is rond en kan rollen. Bij de bewegingsactivering staat het opdoen van elementaire bewegingservaringen voorop.

- Ontwikkeling van de verschillende ontwikkelingsgebieden
Iemand zonder een verstandelijke beperking heeft een natuurlijke drang om de wereld te ontdekken. Een peuter die op onderzoek uit gaat, alle kastjes open maakt en de spullen er uit haalt. Bij iemand met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking ontbreekt de drang deel of in zijn geheel om op ontdekking te gaan. Daarom is het belangrijk om voor deze doelgroep spel aan te bieden en samen met hen te spelen. Aangepast spel materiaal aan de wensen en mogelijkheden van de cliënt zijn belangrijk om de aansluiting te vinden.
De begeleiding heeft een belangrijke rol in het aanbieden van spel. De begeleider moet de cliënt stimuleren en motiveren om te spelen.
Wanneer je met spel zoveel mogelijk aansluit bij de dagelijkse activiteiten is het toegankelijker om een spel te organiseren. Het is sneller uitvoerbaar waardoor het voor de begeleider makkelijker te doen is.
Een activiteit hoeft niet altijd groots te zijn. Samen een liedjes zingen, boek lezen of muziek maken kan al heel snel gerealiseerd worden.
De activiteiten voor mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking worden vaak individueel aan geboden. Dit omdat zij vaak functioneren om lichaam gebonden ervaringsordening. Zodra er geen lichamelijke prikkels meer aangeboden worden door de begeleider aan de cliënt is de aandacht bij de cliënt weg voor het spel.
Op individueel niveau kun je meer aansluiten aan de behoefte van de cliënt.
Activiteiten kunnen met verschillende doelen aangeboden worden.
- Deel zijn, aan de zij kant van een activiteit mee genieten, aanschouwen en beleven van de sfeer van de activiteit. De verschillende prikkels van het aanschouwen van een activiteit kunnen al voldoende zijn voor een cliënt.
- Deel hebben, aan de zij kant de bewegingen na doen of mee doen.
- Passief deelnemen, bewogen worden door een begeleider, de begeleider zet de beweging in voor de activiteit. Daardoor doet de cliënt toch lichaamssensaties en ervaringen op.
- Actief deelnemen. De cliënt kan zelf met weinig ondersteunen mee doen.

Slide 9 - Slide

Sport en spel ruimte
Als je een activiteit gaat organiseren voor de doelgroep EMB zijn er verschillende vragen die je je zelf moet stellen over de ruimte waarin de activiteit wordt aangeboden.
- Waar moet de ruimte aan voldoen?
- Hoe groot moet de ruimte zijn?
- Welke temperatuur moet er zijn in de ruimte?
- Welke aangepaste materialen zijn er nodig voor de activiteit?
Zorg dat de ruimte waarin de activiteit aangeboden wordt prikkelarm is. Vaak zijn de prikkels die aangeboden worden bij een bewegingsactiviteit al voldoende voor een zintuigelijke ervaring.
Wanneer een ruimte te groot is voor de activiteit kan het zijn dat de cliënt zich zelf verliest in de ruimte. Dan is het verstandig om de ruimte in te delen met verschillende hoekjes, bijvoorbeeld met een kamer scherm. Zo wordt er meer rust geboden en kan de cliënt de activiteit beter ervaren.
De ruimte waarin de activiteit aangeboden wordt moet niet te koud zijn. De voorkeurs temperatuur is rond de 22 graden. Zo is het bij weinig lichamelijke beweging ook aangenaam voor de cliënt in de ruimte waarin de activiteit wordt aangeboden.
In de activiteiten ruimte moeten ook voldoende kussens aanwezig zijn om de houding van de cliënten te ondersteunen bijvoorbeeld op een schommel. Zodat de cliënt een comfortabele houding heeft.
Let ook op jezelf! Mensen met een ernstige meervoudige beperking zijn vaak niet volledig mobiel. Gebruik eventuele hulpmiddelen bij transfers van de cliënten.

Waar moet een activiteiten ruimte aan voldoen voor EMB?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Didactiek bewegingsactiviteit
Het is belangrijk om een activiteit goed voor te bereiden om zo de activiteiten optimaal te benutten voor de cliënt. Zodat het doel wat gesteld is gerealiseerd kan worden. Het didactische proces gaat om voorbereiding realisatie en evaluatie.
Daarom is het belangrijk om een activiteit methodisch voor te bereiden.
Methodisch handelen.
Wanneer je een activiteit gaat doen met een cliënt moet je weten waarom en hoe je wat gaat doen. Ook moet je bewust het moment op de dag plannen. Past het in het dagprogramma, is er voldoende afwisseling tussen rust en activiteit, is er een balans in de dag. Past de activiteit op het moment van de dag. Vlak voor het naar bed gaan bied je geen activiteit aan met veel prikkels, omdat je op dat moment van de dag juist de prikkels wilt afbouwen.
Soms kan het ook zijn dat een activiteit spontaan plaats vindt, bijvoorbeeld een liedje zingen tijdens de was opvouwen. Of een spel waarmee je aansluit bij de situatie die op dat moment speelt.
Wanneer je een grote activiteit plant is het belangrijk dat je een activiteitenplan opstelt, zodat je goed voorbereid bent en je weet wat je moet en kunt doen.

Stap 1 - Gegevens verzamelen
Verzamel de gegevens van de cliënten met wie je de activiteiten gaat doen. Daarin beschrijf je de algemene gegevens van de cliënten. Leeftijd, kalender leeftijd en ontwikkelingsleeftijd, geslacht, niveau van functioneren, bijvoorbeeld lichaam gebonden. Wat is de interesse van jouw cliënt?
Het is ook belangrijk dat je de mogelijkheden en beperkingen van jouw cliënt gaat inschatten. Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen op het gebied van motoriek, sociaal en cognitief. Kan jouw cliënt praten of niet? Dat is belangrijke informatie die je nodig hebt voorafgaande aan de activiteit omdat je moet weten hoe je de activiteit kunt uitleggen of niet.
Je schets dus een beeld van de cliënt bij stap 1.
Voorwaarden voor de activiteit. Bij stap 1 moet er gegevens verzameld worden over de cliënt maar ook over de mogelijkheden, de voorwaarden van de activiteit.
Wat is de beschikbare tijd voor de activiteit. Welke ruimte heb je tot je beschikking om de activiteit te organiseren. Is er een budget beschikbaar en hoeveel is dat budget. Waar vind je activiteit plaats, kunnen jouw cliënten daar komen of heb je vervoer nodig. Ook moet in dit stuk staan beschreven hoeveel begeleiders jij nodig hebt om deze activiteit te laten slagen. Zijn er ook nog andere disciplines nodig bij de activiteit die jij wilt gaan aanbieden? Bijvoorbeeld de fysiotherapeut of bewegingsagoog bij een beweeg activiteit.
Wanneer je deze gegevens allemaal verzameld hebt, dan heb je een duidelijk beeld van de begin situatie.
Stap 2 - Behoefte aan activiteit vaststellen.
Wat is de behoeft van de cliënten in de activiteiten. Wat zijn hun wensen en behoeften hier in. Wat vinden ze leuk om te doen en vooral ook wat niet. Het is heel lastig om aan iemand met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking te vragen wat ze leuk vinden om te doen.
Het is aan jou al begeleider om te observeren, familie en andere begeleiders te vragen waar de behoefte en de wensen van jouw cliënten ligt.
Nieuwe dingen, situaties of ruimtes kunnen lastig zijn voor mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking. Hierin speel jij een belangrijke rol, hoe communiceer jij met je cliënt, hoe kun jij een veilige situatie creëren. Bekijk hierbij ook de theorie over communiceren en echt contact.
Stap 3 - Doel van de activiteit formuleren.
Je kunt een doel formuleren na aanleiding van de vorige stappen, welke wensen en behoeften ben jij tegen gekomen. Ook kun je een doel afleiden van het al aanwezige zorg – of begeleidingsplan. Daarin staat bijvoorbeeld een doel beschreven over een optimale slaapsituatie voor jouw client. Daarbij aansluitend zou jij een activiteit kunnen aanbieden in de avond waardoor jouw client ontspannen wordt en rustiger naar bed gaat.
Bij deze stap zou je ook andere disciplines kunnen inschakelen en met hen overleggen. Welke activiteiten kan jij inzetten zodat je aansluit bij de beschreven doelen in het zorg- of begeleidingsplan.
Stap 4 - Plannen van de activiteit
Voordat je de activiteit gaat uitvoeren maak je eerst een plan. Wanneer je het plan op papier zet weten je collega’s ook wat je plannen zijn en kunnen zij helpen wanneer jij afwezig bent. Ook helpt het jou om niets te vergeten in de voorbereiding omdat je de activiteit in je hoofd al doorloopt.
- Welke activiteit ga je doen
- Wat zijn de stappen die je gaat volgen.
- Wat is de inleiding van de activiteit.
- Hoe rond je de activiteit weer af.
- Welke materialen heb je nodig
- Zijn de materialen beschikbaar
- Zijn er aanpassingen nodig.
- Wat zijn de kosten
- Wat moet je voorbereiden, klaarzetten.
- Waar ga je de activiteit doen
- Welk tijdstip
- Hoe lang duurt de activiteit
- Wie gaat de activiteit begeleiden
- Wat is de rol van de begeleiders
- Hoe ruim je de activiteit weer op.
- Welke alternatieven zou je moeten toepassen in je activiteit
Stap 5 – Uitvoeren van de activiteit
Je gaat de activiteit uitvoeren volgens het plan wat jij hebt gemaakt. Tijdens de activiteit gebeuren er onvoorziene dingen, dingen lopen anders dan je verwacht had. Speel hier op in, voel je vrij in je handelen maar houd wel rekening met jouw cliënt. Doordat jij je goed voorbereid hebt kun je ook afwijken van je plan, je hebt voldoende kennis opgedaan over jouw cliënt en over de activiteit die jij aanbiedt aan de cliënt.
Stap 6 – Evalueren van de activiteit
Na dat de activiteit is afgelopen is het belangrijk om te evalueren. Je kijkt terug naar de activiteit. Wat ging er goed, wat ging minder goed. Waar ben je blij mee en waar ben je iets minder blij mee.
Probeer daarbij je ook af te vragen waarom dat zo is. Wat is de oorzaak van dat onderdeel wat minder goed gaat.
Wanneer je daar naar kijkt en je er bewust van bent kan je dat in een volgende activiteit anders organiseren en de feedback toepassen.
Ook is het belangrijk om de activiteit te evalueren met anderen. Heeft een andere begeleider ook mee geholpen of geobserveerd, vraag naar zijn of haar mening. Het kan jouw andere inzichten geven.
Uiteraard ga je ook evalueren met de cliënten. Wat vonden zij er van. De meeste cliënten met een ernstige meervoudige beperking kunnen niet zeggen wat ze er van vonden, maar doormiddel van observatie kan een (bekende) begeleider wel zien of de cliënt het leuk vond of niet.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Heb jij de doelen behaald? Welk cijfer geef je jezelf ten opzichte van de doelen?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat weet jij over het onderwerp:
Sport en Spel en EMB
A
B
C

Slide 19 - Quiz

Hoe veel interesse heeft de student over dit onderwerp? 
Wat weten de studenten hier al over? Ervaringen?