What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Word order en be/do/have
Woordvolgorde
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordvolgorde
Slide 1 - Slide
Woordvolgorde
Onderwerp
-
werkwoord
-
lijdend voorwerp
I
-
love
-
you
Slide 2 - Slide
Sleep de woorden naar de juiste volgorde
really hard
work
you
Slide 3 - Drag question
Woordvolgorde
Onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp - plaats
I love you in that movie!
De plaats komt altijd achteraan de zin.
Slide 4 - Slide
Vertaal deze zin:
Op mijn werk help ik klanten.
Slide 5 - Open question
Vertaal deze zin:
Ik eet graag bij McDonald's.
Slide 6 - Open question
Woordvolgorde
De plaats staat altijd achteraan... behalve:
- Als er ook een 'wanneer' in de zin staat.
"I like to eat
at McDonald's
on Saturday night
."
Plaats voor tijd! P voor T, zoals in het woordenboek.
Slide 7 - Slide
Sleep de zin op de juiste volgorde
as an accountant
from home
right now
works
my father
Slide 8 - Drag question
Vertaal deze zin:
Op school werken we tijdens corona veel met onze laptops.
Slide 9 - Open question
Woordvolgorde
Wanneer of hoe vaak?
Als de vraag is "wanneer gebeurt het?", dan staat de 'wanneer' achteraan de zin.
Als de vraag is "hoe vaak gebeurt het?", dan staat de 'hoe vaak' direct achter het onderwerp.
Slide 10 - Slide
Always
A
hoe vaak
B
wanneer
Slide 11 - Quiz
right now
A
hoe vaak
B
wanneer
Slide 12 - Quiz
often
A
hoe vaak
B
wanneer
Slide 13 - Quiz
last week
A
hoe vaak
B
wanneer
Slide 14 - Quiz
Woordvolgorde
Dus:
Wanneer is achteraan de zin.
Hoe vaak is direct na het onderwerp.
Slide 15 - Slide
often
my laptop
I
forget
Slide 16 - Drag question
I
a movie
saw
last week
Slide 17 - Drag question