This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
opgave 1 - PERCENTAGE VAN GEHEEL
Een school heeft €1500 nodig voor een project. Daarom organiseert de school twee loterijen. De loten kosten €2,50 per stuk. 60% daarvan gaat naar het project. Hoeveel loten moeten er gemiddeld per loterij verkocht worden om het geld voor het project op te halen?
1 bereken de opbrengst van 1 lot
2 Hoeveel loten moet je verkopen voor 1500 euro?
3 Vergeet niet: er zijn 2 loterijen...
A
500
B
750
C
1000
D
1500
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
opgave 2 - EERLIJK VERGELIJKEN
Welke van deze vier landen heeft zijn score op sekseongelijkheid verhoudingsgewijs het meest verbeterd tussen 2006 en 2012?
1 Vergelijk de proc.groei van de landen
2 Proc.verschil = verschil : oude aantal x 100
3 Wat zijn de verschillen?
4 Wat zijn de "oude aantallen"?
A
IJsland
B
Finland
C
Noorwegen
D
Ierland
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
opgave 3 - (BASIS) MENGVERHOUDING
Er zijn 140 kinderen op een wijkfeest en ieder kind krijgt 3 keer een beker limonade van 2 dl. Je maakt limonade in de verhouding "siroop : water" als "1:7" Hoeveel flessen siroop van 7 dl heb je nodig?
1 Hoeveel limonade is er nodig?
2 Hoeveel siroop is daarvoor nodig?
3 1:7 betekent 1 deel siroop + 7 delen water = 8 delen
4 Hoeveel flessen siroop moet je kopen?
A
8
B
15
C
17
D
105
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
opgave 4 - (BASIS) MENGVERHOUDING
Je hebt een recept voor "Chocopindakaas" als broodbeleg. Het recept is "2 delen pindakaas mengen met 3 delen chocopasta". Je hebt 5 potten pindakaas met een inhoud van 400 gram per pot, En 7 potten chocopasta met een inhoud van 300 gram per pot. Hoeveel gram "Chocopindakaas" kun je hiervan volgens recept maken?
1 Maak een 3-trapstabel met de basis-mengverh.
2 Test of je alle pindakaas kunt gebruiken
3 Test of je alle chocopasta kunt gebruiken
A
1400 g
B
2100 g
C
3000 g
D
3500 g
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
opgave 5 - BETALEN NAAR VERHOUDING
Sinds je een eigen inkomen hebt, betaal je mee aan de huur. Die bedraagt €630 per maand. De verdeling is naar verhouding van jullie inkomens. Je ouders hebben een inkomen van €2025 per maand. Jij verdient €810 per maand. Hoeveel moet jij gaan meebetalen aan de huur?
Op het scherm van je laptop staat een bericht over het resterend vermogen van de accu.
Hoeveel uren en minuten kun je werken met een geheel opgeladen laptop?
1 Zet de tijd om in minuten
2 Welk percentage hoort bij die minuten?
3 1% = minuten delen door dat percentage
4 Volle accu = 100% = ...
A
1 : 01 uur
B
1 : 42 uur
C
4 : 15 uur
D
4 : 25 uur
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
opgave 7 - DEELPERCENTAGE
Bekijk de tabel. Wat is de verkoopprijs van een ananas in de supermarkt?
1 Welk percentage hoort bij 8 cent?
2 1% = 8 cent delen door dat percentage
4 Volle prijs = 100% = ...
A
€ 1,90
B
€ 2,00
C
€ 2,10
D
€ 2,25
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
opgave 8 - GEMIDDELDE
In de winter werd er door Rijkswaterstaat 191.000 ton zout gestrooid op de rijkswegen. Ga uit van 5050 km rijksweg in Nederland. Hoeveel kilo zout is dat per kilometer rijksweg. Rond af op hele kilo's.