What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
WFT Consumptieve kredieten hoofdstuk 16, 17, 18
Welk krediet past het beste bij:
'Regelmatig terugkerende (grote) kredietbehoefte'?
A
Doorlopend krediet
B
Debetstand betaalrekening
C
Creditcard
D
Persoonlijke lening
1 / 11
next
Slide 1:
Quiz
Praktische economie
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welk krediet past het beste bij:
'Regelmatig terugkerende (grote) kredietbehoefte'?
A
Doorlopend krediet
B
Debetstand betaalrekening
C
Creditcard
D
Persoonlijke lening
Slide 1 - Quiz
Wat is geen goede oplossing voor een 'Regelmatig terugkerende kleine kredietbehoefte'?
A
Doorlopend krediet
B
Debetstand betaalrekening
C
Rekening-courantkrediet
D
Creditcard
Slide 2 - Quiz
Wat is de beste oplossing voor een 'kredietbehoefte gekoppeld aan de gebruiksduur'?
A
Doorlopend krediet
B
Hypothecair krediet
C
Effectenkrediet
D
Persoonlijke lening
Slide 3 - Quiz
Bij welke kredietsoort speelt enkel het inkomen een rol in het meten van de maximale lening?
A
Hypothecair krediet
B
Doorlopend krediet
C
Belening levensverzekering
D
Effectenkrediet
Slide 4 - Quiz
Welke vragen kunnen nuttig zijn om te checken of een hypotheek beter is dan een consumptief krediet?
Slide 5 - Open question
Hoe lang moet het dossier voor een aanvraag wettelijk worden bewaard?
A
1 jaar
B
3 jaar
C
5 jaar
D
10 jaar
Slide 6 - Quiz
Waaraan hoeft een dossier níét verplicht te voldoen?
A
Klantprofiel moet erin
B
Offerte moet erin
C
Het moet volgens een vaste structuur
D
BKR toets moet erin
Slide 7 - Quiz
Wat is hét kenmerk van een goederenkrediet?
A
Je koopt er een huis mee
B
Je belegt het geld
C
Je leent geld door je spullen te verpanden
D
Je koopt zaken zonder direct te betalen
Slide 8 - Quiz
Wat is het verschil tussen 'huurkoop' en de normale 'koop op afbetaling'?
A
Bij huurkoop huur je het eerst en koop je het later (zoals autolease)
B
Bij huurkoop wordt het product pas echt van jou bij de laatste betaling
C
Bij koop op afbetaling wordt het product pas echt van jou bij de laatste betaling
D
Bij huurkoop wordt je direct eigenaar, maar betaal je in termijnen
Slide 9 - Quiz
Wat is géén vorm van een geldkrediet?
A
Pandkrediet
B
Persoonlijke lening
C
Goederenkrediet
D
Effectenkrediet
Slide 10 - Quiz
Wat zit er allemaal in het Jaarlijks kostenpercentage opgenomen?
Slide 11 - Open question