Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Plaatjes oefenen voor het eindexamen

Plaatjes oefenen voor het biologie examen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Plaatjes oefenen voor het biologie examen

Slide 1 - Slide

Plaatjes oefenen
In het biologie examen VMBO-TL is het weten van de onderdelen van biologische plaatjes enorm belangrijk.
Deze lessonup is een hulpje om 
snel nog even de plaatjes te herhalen

De eerste slides is oefenen, daarna controle. 
Als laatste plaatjes uit examens.

Slide 2 - Slide

verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?

Controleer bij de vraagtekens!
Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Slide 3 - Slide

Harde oogrok
Netvlies
gele vlek
Oogzenuw
Blinde vlek
Glasachtig lichaam
Vaatvlies
Oogspier
Lens
Hoornvlies
Iris
Oefen de namen van het oog

Slide 4 - Slide

Beweging in de slokdarm ...
Peristaltische bewegingen
1
Long
2
Hart
3
Lever
4
Maag maakt maagsap; Dit verteert eiwit.
5
Dikke darm
6
Dunne darm
7
Slokdarm
8
Milt (opstroomstof)
9
Nier 
10
Urineblaas
6
Leer de organen uit je hoofd!!

Slide 5 - Slide

Opperhuid
12
Hoornlaag
9
Kiemlaag
10
Tastknopje - Tastzintuig
13
Zweetporie
14
Haar
1
Twee delen:
Lederhuid en Onderhuids bindweefsel
11
Pijnpunt
4
Zweetklier
5
Drukzintuig
6
Zenuw
7
Vetweefsel
8
Talgklier
3
Bloedvaten
2
Haarzakje
16
Leer de onderdelen van de huid
Haarspiertje
15

Slide 6 - Slide

Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Longslagader
Aorta
Longader
Rechter boezem
Rechter kamer
Linker kamer
Linker boezem
Leer de onderdelen van het hart

Slide 7 - Slide

mondholte/keelholte
1
slokdarm
2
maag
3
maagportier
4
twaalfvingerige darm
5
alvleesklier
6
lever
7
galblaas
8
dunne darm
9
blinde darm
10
dikke darm
11
Endeldarm
12

Slide 8 - Slide

neusholte
mondholte
keelholte
strottehoofd
luchtpijp
bronchie
long
middenrif
longblaasje
Oefen de namen van het ademhalingsstelsel

Slide 9 - Slide

oorschelp
1
gehoorgang
2
trommelvlies
4
oorsmeerkliertjes
3
gehoorbeentjes
5
slakkenhuis
6
gehoorzenuwen
7
buis van Eustachius
8
evenwichtsorgaan
9
oefen de namen van het oor

Slide 10 - Slide

nierslagader
nierader
haarvaten
haarvaten in het hoofd
leverslagader
darmslagader
halsslagader
longslagader
halsader
poortader
holleader
rechter boezem
rechter kamer
linkerkamer
linker boezem
aorta
longader
Leer de namen van de bloedvaten

Slide 11 - Slide

Schimmel
Meest opvallend:
Lijkt op een plantencel, maar heeft geen bladgroenkorrel!
Wel 
Celwand
Vacuole
Celkern
Let op: kan eencellig (gist) of meercellig zijn (paddenstoel)
Dit is een cel  
van een....
celwand
cytoplasma
celkern
vacuole
celmembraan
Schimmel
(of van een wortel van een plant => zowel een schimmel als een wortel hebben geen bladgroenkorrels. Verder zien ze er hetzelfde uit

Slide 12 - Slide

Dierlijke cel
een dierlijke cel heeft:
  • wel celmembraan
  • wel celkern
  • wel cytoplasma
  • geen celwand
  • geen vacuole
  • geen bladgroenkorrels
celmembraan
celkern
cytoplasma
Dit is de cel 
van een.......
dier

Slide 13 - Slide

Dit is de cel 
van een.......
plant
celwand
bladgroenkorrel
celkern
vacuole
cytoplasma

Slide 14 - Slide

plantencel
dierencel
celmembraan
celmembraan
cytoplasma
cytoplasma
celkern
celkern
vacuole
bladgroenkorrel
celwand

Slide 15 - Slide

bouw van een bloem
Oefen de onderdelen van de bloem
Kroonblad
Heeft alleen een insektenbloem
Functie: insekten lokken
Helmknop
Maakt stuifmeelkorrels
Helmdraad
meeldraad

Mannelijk deel van de bloem
zaadbeginsel
Hierin zit de eicel.
Na bevruchting groeit hieruit het zaad
stempel
Hierop komen de stuifmeelkorrels
Als er een stuifmeelkorrel van dezelfde soort op de stempel komt, dan heet dir BESTUIVING
Stijl


Vruchtbeginsel

Hieruit groeit, na bevruchting, de vrucht
Bevruchting vindt plaats als de stuifmeelkorrel versmelt met de eicel. De eicel zit in het zaadbeginsel


Kelkblad


Bloemsteel


Stamper
Vrouwelijk deel van de bloem

Slide 16 - Slide

Terugblik: de bouw van een bloem
stamper
meeldraad
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 17 - Slide

waslaagje op het dekweefsel

Dit waslaagje (was is een vettige stof), zorgt ervoor, dat water niet kan verdampen via het dekweefsel
dekweefsel

Hierin zitten geen bladgroenkorrels
Huidmondje

Hiermee wordt geregeld dat er koolstofdioxide wordt opgenomen en zuurstof wordt afgegeven aan de lucht.
Ook regelt het huidmondje de verdamping
sponsachtig weefsel

Hierin vindt fotosynthese plaats
vulweefsel

Hierin vindt fotosynthese plaats

Slide 18 - Slide

Herhalen
Leren
Kroonblad
2
Kelkblad
3
Bloemsteel
4
Blad
10
stempel
5
Stijl
6
Vruchtbeginsel
7
Helmknop
8
Helmdraad
9
Wortel
11
Stamper
1
Herhaling:

Ken je de bloemonderdelen?

Slide 19 - Slide

Houtvat
Bastvat

Slide 20 - Drag question

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 21 - Drag question

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 22 - Drag question

Het principe van de werking van hormonen :
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 23 - Slide

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 24 - Drag question

Sleep de nummers naar de juiste namen
keelholte
Long
luchtpijp
Neusholte
strotte
hoofd
2
1
4
3
5

Slide 25 - Drag question

stijl
vrucht-
beginsel
stempel
kroon-
blad
kelk-
blad
zaad-
beginsel
meel-
draad

Slide 26 - Drag question

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

welk punt geeft een kransslagader aan?

Slide 27 - Drag question

poortader
holle ader
aorta
nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader
longslagader

Slide 28 - Drag question

1
2
5
4
3
7
8
longader 
longslagader 

aorta 

halsslagader
onderste holle ader
haarvaten
halsader

Slide 29 - Drag question

Sleep naar de juiste plaats
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix
anus

Slide 30 - Drag question

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 31 - Drag question

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 32 - Drag question

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 33 - Drag question

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 34 - Drag question

Lens
Pupil
Pupil

Hoornvlies

Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier

Slide 35 - Drag question

lens
iris
netvlies
zenuw
vaatvlies
Glasachtig lichaam
gele vlek

Slide 36 - Drag question

Oorschelp
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies
Gehoorbeentjes

Slide 37 - Drag question

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
niersader

Slide 38 - Drag question

slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies

Slide 39 - Drag question

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 40 - Drag question

Bekijk de tekening van een deel van een plant . Door welke van de aangegeven delen gaan stoffen in en uit het blad?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 41 - Quiz

Het plaatje geeft een deel van een blad weer met een huidmondje. De letters P en Q geven twee cellen aan.
Behoren cel P en cel Q tot hetzelfde soort weefsel?
A
ja, ze liggen tegen elkaar aan
B
ja, ze hebben dezelfde vorm
C
nee, ze hebben een andere vorm en functie

Slide 42 - Quiz

Hiernaast zie je de doorsnede van een blad door een microscoop.
Welke letter geeft één soort weefsel aan?
A
P
B
Q
C
R
D
geen

Slide 43 - Quiz

Wat is c? Waar vervoert het stoffen naartoe?
A
houtvat, omhoog
B
bastvat, omhoog
C
houtvat, omlaag
D
bastvat, omlaag

Slide 44 - Quiz

Ligging bastvat blad?
A
buitenkant
B
binnenkant
C
onderzijde
D
bovenzijde

Slide 45 - Quiz

placenta (=moederkoek)
Hierdoor krijgt de foetus voedingsstoffen en zuurstof
Ook kan het afvalstoffen aan het bloed van de moeder afgeven
Navelstreng
Hierin lopen 2 slagaders naar de placenta toe. 
Deze slagaders hebben zuurstofarm bloed met afvalstoffen
Er loopt ook 1 ader terug naar de foetus
Deze ader is zuurstofrijk en voedselrijk.
LET OP: er zit alleen bloed (en bloedvaten) van de foetus in de navelstreng!! Niet van de moeder
Vruchtwater
Zit om de baby heen
Beschermt de baby tegen stoten, uitdrogen, temperatuurwisseling
Baarmoedermond
Baarmoederwand
vagina
Let op!!!
Het bloed van de moeder en van het kind mengen NOOIT!!!
Ook niet in de placenta
Let op!!!
In de navelstreng lopen alleen bloedvaten van de baby. NIET van de moeder!!
Klik de rondjes aan voor meer informatie

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

bouw van een bloem
Oefen de onderdelen van de bloem
Kroonblad
Heeft alleen een insektenbloem
Functie: insekten lokken
Helmknop
Maakt stuifmeelkorrels
Helmdraad
meeldraad

Mannelijk deel van de bloem
zaadbeginsel
Hierin zit de eicel.
Na bevruchting groeit hieruit het zaad
stempel
Hierop komen de stuifmeelkorrels
Als er een stuifmeelkorrel van dezelfde soort op de stempel komt, dan heet dir BESTUIVING
Stijl


Vruchtbeginsel

Hieruit groeit, na bevruchting, de vrucht
Bevruchting vindt plaats als de stuifmeelkorrel versmelt met de eicel. De eicel zit in het zaadbeginsel


Kelkblad


Bloemsteel


Stamper
Vrouwelijk deel van de bloem

Slide 49 - Slide