What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
menstruatiecyclus
menstruatie
1 / 15
next
Slide 1:
Mind map
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
menstruatie
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Video
Duurt de menstruatiecyclus ongeveer 28 dagen?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16
Slide 4 - Quiz
Wat is een ander woord voor de 'eisprong'?
Slide 5 - Open question
Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er op de 14e dag van de menstruatiecyclus?
A
De menstruatie begint
B
Het gele lichaam ontstaat
C
Het follikel gaat ten gronde
D
De eisprong vindt plaats
Slide 7 - Quiz
Op welke dag van de menstruatiecyclus is de vrouw, gemiddeld, het meest vruchtbaar?
A
dag 1
B
dag 7
C
dag 14
D
dag 24
Slide 8 - Quiz
Wanneer spreken we van een bevruchting
A
Als een man klaarkomt
B
Als een vrouw ongesteld wordt
C
Als de spermacel en eicel samengesmolten zijn
D
Als een vrouw een ovulatie heeft
Slide 9 - Quiz
Wat is een embryo?
A
Een pasgeboren baby.
B
De baby in de buik van de moeder.
C
Een ander woord voor menstruatiecyclus.
D
De bevruchte eicel in het begin van de zwangerschap.
Slide 10 - Quiz
wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling
Slide 11 - Quiz
Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje een vrouw wordt
B
Dat een meisje borsten krijgt
C
Dat een meisje zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand
Slide 12 - Quiz
Je ziet hier bij iemand....
A
Het inbrengen van een tampon zonder inbrenghuls
B
Een vinger bij de clitoris
C
het inbrengen van een tampon met inbrenghuls
D
Een vinger in de anus
Slide 13 - Quiz
Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken
Slide 14 - Quiz
Maandverband kun je ook gebruiken tijdens het zwemmen?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz