Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Week 3: 13.3.1, 13.3.2, microb. kweektechnieken

Week 3 les 1 en 2
Herhaling behandelde stof
§13.3.1 Bouw van bacteriën
§13.3.2 Indeling van bacteriën (Gramkleuring)
Microbiologische kweektechnieken
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Week 3 les 1 en 2
Herhaling behandelde stof
§13.3.1 Bouw van bacteriën
§13.3.2 Indeling van bacteriën (Gramkleuring)
Microbiologische kweektechnieken

Slide 1 - Slide

Noem de 5 kenmerken van leven.

Slide 2 - Mind map

Wat zijn de 3 verschillen tussen eukaryoten en prokaryoten?

Slide 3 - Mind map

Celtypen
Pro=voor                                 karyon=kern
Eén DNA molecule
DNA is ligt niet binnen een kernmembraan
Bacteriën
Rijk van Monera=
    ééncelligen zonder
    celkern

Eukaryoot
  1. Heeft een kern met kernmembraan
  2. Is groter dan een prokaryoot
  3. Zijn meer gespecialiceerd door organellen
Prokaryoot
  1. DNA ligt los in het cytoplasma
  2. Kleiner dan eukaroten
  3. Minder gespecialiseerd, geen organellen

Slide 4 - Slide

Micro-organismen
Microbiologie = de wetenschap die micro-organismen bestudeert
  
Ongunstig -> veroorzaken infectieziekten = pathogenen (zijn schadelijke micro-organismen)
Gunstig -> nuttige micro-organismen


  • Ontstekingen
  • Voedselvergiftiging
  • Andere infectieziekten zoals Corona en zwemmerseczeem
  • Helpen bij het maken van medicijnen (penicilline, insuline)
  • Helpen bij het produceren van voedsel (brood, bier, wijn, kaas, zuurkool)

Slide 5 - Slide

Richtingen binnen de microbiologie
Virologie bestudeert virussen
Bacteriologie bestudeert bacteriën
Parasitologie bestudeert parasieten (wormen, luizen, teken, mijten)
Medische microbiologie bestudeert pathogenen (ziekteverwekkers)
Levensmiddelen microbiologie bestudeert micro-organismen in levensmiddelen
Biotechnologie is een industriële techniek waarbij micro-organismen worden gebruikt en aangepast om bepaalde producten te verkrijgen (medicijnen, enzymen)

Slide 6 - Slide

Bouw van een bacterie

Slide 7 - Slide

Autotrofe bacteriën

Kunnen koolstof (C) uit de lucht gebruiken in de vorm van CO2 (fotosynthese)

Heterotrofe bacteriën

Kunnen alleen koolstof uit andere organismen gebruiken


Slide 8 - Slide

Bescherming
Kapsel -> stevige laag om de celwand voor hechting aan oppervlakten en bescherming tegen leukocyten (witte bloedcellen)
Slijmlaag -> kan gemakkelijk afgespoeld                                      worden

Slide 9 - Slide

Voortbewegen
Flagel ->zweepstaart om zich mee voort te bewegen

Pili -> haarachtige structuur om mee vast te hechten aan oppervlakten

Slide 10 - Slide

DNA
Circulair chromosoom -> DNA dat vastzit aan de celmembraan

Plasmiden -> kleine circulaire DNA eenheden (eigen functie)

 


Slide 11 - Slide

In de bovenstaande link kun je extra uitleg en animaties vinden over alle stof van hoofdstuk 13.  
LET OP: Deze website maakt gebruik van flash player

Slide 12 - Slide

§13.3.2 Indeling van bacteriën
Op basis van: 
  1. Vorm
  2. Rangschikking
  3. Gramkleuring

Slide 13 - Slide

Kokken
Staven

Slide 14 - Slide

Andere vormen
Vibrionen (kommavormige bacteriën)
Spirillen (spiraalvormige bacteriën)
Filamenteus (draadvormige bacteriën)

Slide 15 - Slide

Rangschikking 

Slide 16 - Slide

§13.3.2 Indeling van bacteriën
Op basis van: 
  1. Vorm
  2. Rangschikking
  3. Gramkleuring

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Gram kleuring
  1. Kristalviolet
  2. Lugol (jodiumoplossing)
  3. Alcohol 96%
  4. Saffranine

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Gram positief
Gram negatief

Slide 21 - Slide


A
Gram positieve staven
B
Gram negatieve staven
C
Gram positieve kokken
D
Gram negatieve kokken

Slide 22 - Quiz

Welke rangschikking zie je?
A
Losliggende kokken
B
Duplokokken
C
Streptokokken
D
Staphylokokken

Slide 23 - Quiz

Microbiologische kweektechnieken

Slide 24 - Slide

Vaste media (agar)
Vloeibare media (bouillon)

Slide 25 - Slide

Media
  • Bevatten nutriënten (voeding) voor micro-organismen
  • Agar maakt een medium stevig, maar is geen voeding
  • Bevat soms ook indicatoren of kleurstoffen
  • Op vaste media kunnen kolonies groeien
  • 1 kolonie bevat 106 – 109 bacterien vanuit                                          1 bacterie
  • Optimale temperatuur en groei in de stoof

Slide 26 - Slide

Steriliseren
Het proces waarbij alle micro-organismen worden gedood
  1. autoclaveren
  2. filtreren
  3. droog steriliseren
  4. straling

Slide 27 - Slide

Opdracht
Lezen pdf Microbiologische kweektechnieken (Cumlaude)
Maken van de bijbehorende opdrachten

Slide 28 - Slide

Nu maken/huiswerk
Lezen §13.3.1 (Tabel 13.1 overslaan) en §13.3.2
Maken opdracht 4a en 5 t/m 7 op p.272

Slide 29 - Slide