Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Taalcompleet B1 Thema 2.4/2.5

Dinsdag 10januari
Vrij lezen
Speeddate: Wat doe jij met oud en nieuw? Wat doe jij met kerst?
Nos nieuws van de week
Thema 2.4 afmaken
Thema 2.5

* 15.30 uur stoppen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Alfabetisering NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Dinsdag 10januari
Vrij lezen
Speeddate: Wat doe jij met oud en nieuw? Wat doe jij met kerst?
Nos nieuws van de week
Thema 2.4 afmaken
Thema 2.5

* 15.30 uur stoppen

Slide 1 - Slide

Oud en Nieuw
Wat doe jij in jouw cultuur met Oud en Nieuw?
Wat doe jij in jouw cultuur met Kerst?

Slide 2 - Slide

Doelen
* Je kunt vertellen waar het NOS nieuws van de week over gaat.
* Je kent het voltooid deelwoord met het werkwoord zijn.
*Je kunt een gesprek voeren met een bedrijfsarts.
*Je kunt vertellen welke klachten je hebt.
* Je kent de woorden van Thema 2.5.
* Je weet wat werkwoorden met vast voorzetsel zijn.


Slide 3 - Slide

Gesprek met de bedrijfsarts

Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord
Hebben:
Ik heb vakantie gehad.
Zijn:
Ik ben naar Amsterdam geweest
- Werkwoorden van beweging MET richting.
- Werkwoorden die gaan over verandering.
- bij werkwoorden blijven en zijn: ook altijd zijn.

Slide 5 - Slide

Opdracht:

Spreken in tweetallen:
68, 69 en 70.

72 Spreken met de klas.

73 Spreken in tweetallen.

Slide 6 - Slide

Blauwe woorden blz 73/74
* Lees de blauwe woorden
* Welke vind je moeilijk?
* Bespreek in tweetallen.

Maak 4 zinnen met de blauwe woorden.

Slide 7 - Slide

Werkwoorden met vast voorzetsel blz 76
* Onderstreep de werkwoorden met vast voorzetsel in tekst op blz 72.

Slide 8 - Slide

Doelen gehaald?
* Je kunt vertellen waar het NOS nieuws van de week over gaat.
* Je kent het voltooid deelwoord met het werkwoord zijn.
*Je kunt een gesprek voeren met een bedrijfsarts.
*Je kunt vertellen welke klachten je hebt.
* Je kent de woorden van Thema 2.5.
* Je weet wat werkwoorden met vast voorzetsel zijn.

Slide 9 - Slide


Hoe is het gegaan?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 10 - Poll