This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Besmetting, Infectie, Ontsteking en MRSA
Slide 1 - Slide
Wat is een besmetting?
A
Het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam
B
Als micro-organismen zich in het lichaam gaan vermenigvuldigen
C
Reactie van het menselijk lichaam op een infectie
Slide 2 - Quiz
Besmetting:
Is het overbrengen van micro-organismen van de ene naar de andere plaats.
Een besmetting kan bij iemand met onvoldoende afweer uitmonden in een infectie.
Een infectie is het gevolg van een besmetting.
Micro-organismen:
Slide 3 - Slide
Via welke ingang(Porte d'entrée) kan je besmet raken?
Slide 4 - Open question
Micro-organismen:
Dit zijn levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog te zien zijn.
MO kunnen infectieziekten veroorzaken
De micro-organismen zijn te onderscheiden in:
Bacteriën
Schimmels
Gisten
Algen
Parasieten
Virussen (officieel geen micro-organisme)
Slide 5 - Slide
Wat is een infectie?
A
Reactie van het menselijk lichaam op een besmetting
B
Het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam
C
Als micro-organismen zich in het lichaam gaan vermenigvuldigen
Slide 6 - Quiz
Infectie
Een micro-organisme dringt het lichaam binnen, vermenigvuldigt zich en kan ontstekingsreacties (koorts, pijn) veroorzaken.
Infectieziekte:
wanneer het micro-organisme dusdanig veel schade aanricht dat het normaal functioneren van de gastheer is verstoord
Kunnen ontstaan als het afweersysteem tekortschiet of als het micro-organisme erg sterk is.
Slide 7 - Slide
MRSA
Slide 8 - Slide
Wat zijn de meest voorkomende infectieziekten?
Slide 9 - Open question
Wat is een ontsteking?
A
Afweerreactie van het lichaam op een schadelijke prikkel
B
Het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam
C
Contact maken met pathogene micro-organismen
Slide 10 - Quiz
Wat is geen verschijnsel van een ontsteking?
A
Roodheid
B
Nergens zin in hebben
C
Iets raakt opgezwollen
D
Koorts en/of pijn
Slide 11 - Quiz
Ontsteking:
is een normale afweerreactie van het lichaam op beschadiging van weefsel of op prikkels van buitenaf.
Onder deze prikkels wordt verstaan: bacteriën, virussen, schimmels, irriterende stoffen, hitte, uv-straling, een insectenbeet of een auto-immuunreactie van het lichaam.
Ontstekingsverschijnselen zijn :
Pijn (dolor)
Roodheid (rubor)
Warmte (calor)
Zwelling (tumor)
Gestoorde functie (functio laesa)
Bij ontstekingen van de huid ook wel jeuk
Slide 12 - Slide
MRSA staat voor meticilline-resistente Staphylococcus aureus.
Ook wel bekend als de ‘ziekenhuisbacterie’, is een bacterie die epidemieën veroorzaakt, in ziekenhuizen.
Het is een stafylokokbacterie die ongevoelig (resistent) is voor behandeling met bepaalde antibiotica, waaronder meticilline.
MRSA behoort tot de bijzonder resistente micro-organismen (BRMO).
Slide 13 - Slide
Symptomen van MRSA
De symptomen variëren afhankelijk van het geïnfecteerde lichaamsgebied.
Enkele veelvoorkomende symptomen zijn:
Koorts
Rillingen
Lage bloeddruk
Ernstige hoofdpijn
Kortademigheid
Zweren of steenpuisten op de huid
Gezwollen, rode, pijnlijke bultjes met vocht of etter gevuld
Warmte in het aangetaste gebied
Slide 14 - Slide
Oorzaken van MRSA:
Overmatig of onnodig gebruik van antibiotica
Langdurige ziekenhuisopname
Dialyse
Blootstelling aan geïnfecteerde oppervlakken of objecten
Zwak immuunsysteem (bijv. bij HIV / AIDS-patiënten)
Werkzaam zijn in ziekenhuizen of laboratoria
Deelnemen aan contactsporten
Verblijven in drukke, onhygiënische omstandigheden
Slide 15 - Slide
Wat zijn de risicofactoren voor het krijgen van MRSA?
Ziekenhuisopname of verblijf in een zorginstelling: Mensen die in ziekenhuizen, verpleeghuizen of andere zorginstellingen verblijven, hebben een verhoogd risico op MRSA-infectie. Dit komt door de nauwe interactie met andere patiënten en medisch personeel.
Eerdere MRSA-infectie: Als je eerder MRSA hebt gehad, loop je een hoger risico op her-infectie.
Gebruik van antibiotica: Overmatig of onjuist gebruik van antibiotica kan bijdragen aan de ontwikkeling van resistente bacteriën zoals MRSA.
Slide 16 - Slide
Verzwakt immuunsysteem: Mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals HIV / AIDS-patiënten, lopen een groter risico.
Contact met MRSA-drager: Direct contact met een MRSA-drager vergroot het risico op overdracht.
Chirurgische ingrepen of wondverzorging: mensen die recentelijk een operatie hebben ondergaan of wonden hebben, lopen een verhoogd risico.
Leeftijd en geslacht: Oudere volwassenen en mannen lopen mogelijk een hoger risico.
Gemeenschappelijke ruimtes: Het delen van persoonlijke items of het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes met MRSA-dragers kan het risico verhogen.
Hygiëne en preventie: Onvoldoende handhygiëne en slechte hygiënische praktijken kunnen het risico vergroten.
Reizen naar endemische gebieden: Sommige regio’s hebben een hogere prevalentie van MRSA-infecties.
Het is belangrijk om bewust te zijn van deze risicofactoren en preventieve maatregelen te nemen om MRSA-infecties te voorkomen.
Slide 17 - Slide
Preventie van MRSA:
In zorginstellingen:
Besmette patiënten worden in isolatie geplaatst.
Bezoekers en zorgpersoneel dragen beschermende kleding.
Strikte hygiënische procedures volgen.
Behandeling als MRSA-drager:
Als je MRSA-drager bent en in de zorg werkt (bijvoorbeeld als verpleegkundige of in de thuiszorg), kan behandeling nodig zijn om te voorkomen dat je de bacterie overdraagt op patiënten met een verminderde weerstand
De behandeling omvat:
Wassen met desinfecterende zeep
Gebruik van antibiotische neuszalf
Soms krijg je ook antibiotica-tabletten (andere antibiotica waar de bacterie nog wel gevoelig voor is).
Controle na behandeling:
Na de behandeling controleert een arts of de MRSA-bacterie is verdwenen.
Als de ongevoelige bacterie weg is, is deze uitslag geldig voor 3 maanden.
Slide 18 - Slide
Algemene hygiëne preventie:
Handen wassen: Was regelmatig je handen met water en zeep, vooral na toiletgebruik.
Wondverzorging: Maak wondjes, sneetjes en schaafplekken schoon en dek ze af.
Persoonlijke items: Deel geen persoonlijke gebruiksvoorwerpen zoals scheermesjes en handdoeken met anderen.
Vermijd direct contact:
Vermijd direct contact met de huid, kleding en voorwerpen die in contact komen met mensen die MRSA dragen.
Slide 19 - Slide
Complicaties van MRSA:
Diepe infecties die gangreen veroorzaken
Pijnlijke abcessen
Infectie van operatiewonden
Bloedinfectie
Infectie van het hart, botten, gewrichten, longen en urinewegen
Ernstige gevallen kunnen leiden tot overlijden
Slide 20 - Slide
Dragerschap en dagelijkse activiteiten:
Dragerschap van MRSA heeft meestal geen gevolgen voor gezonde personen.
Je kunt je dagelijkse activiteiten normaal voortzetten, zoals boodschappen doen, bezoek ontvangen en knuffelen.
Zelfs zwangere vrouwen lopen geen risico voor zichzelf of hun ongeboren baby.
Slide 21 - Slide
Waar komt MRSA voor?
In Nederland komt MRSA gelukkig weinig voor, maar in andere landen is het vaker aanwezig
Meld het aan een arts of verpleegkundige als je MRSA-drager bent.
MRSA is vooral een probleem in ziekenhuizen en verpleeghuizen.