This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Aan het werk als assistent
Hoofdstuk 1
Persoonlijke Presentatie
Slide 1 - Slide
Weet je nog? Wat betekent beroepshouding?
A
Een onprofessionele houding
B
Een houding die hoort bij een beroep
C
Je gedraagt je hetzelfde als thuis
D
De manier hoe je er bij staat op werk
Slide 2 - Quiz
Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort:
"Ik vind lopen met een dienblad moeilijk, maar ik oefen veel. Het lukt binnenkort vast beter."
A
Collegiaal
B
Op tijd komen
C
Doorzettingsvermogen
D
Wees flexibel
Slide 3 - Quiz
Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort: "Ik ben om 8.40 uur op mijn stage zodat ik nog tijd heb om mijzelf om te kleden en om 9.00 uur startklaar ben."
A
Wees collegiaal
B
Kom op tijd
C
Toon inzet
D
Wees flexibel
Slide 4 - Quiz
We gaan verder
Persoonlijke Presentatie
Slide 5 - Slide
Probeer eens.... Wat betekent representatief?
A
Dat je netjes praat
B
Dat je de taken van de leidinggevende uitvoert
C
Extra make-up dragen
D
De manier waarop je, je gedraagt en je uiterlijke verzorging
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Representatief
Visitekaartje van het bedrijf
Verzorgd uiterlijk
Vriendelijk en beleefd
Slide 9 - Slide
Bedrijfskleding
In veel beroepen dragen mensen bedrijfskleding. Het dragen van bedrijfskleding heeft 3 functies.
1. veiligheid
2. hygiëne
3. herkenbaarheid
Slide 10 - Slide
Bedrijfskleding welke beroepen?
Slide 11 - Mind map
Zoek 1 foto van het dragen bedrijfskleding
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Bij de supermarkt moeten alle werknemers dezelfde kleding dragen zodat de klant weet wie zij kunnen aanspreken. Wat is hier het kenmerk van bedrijfskleding?
A
Herkenbaar
B
Veiligheid
C
Hygiëne
Slide 14 - Quiz
Mag je met kapotte werkschoenen aan het werk gaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Is het professioneel om te laat te komen op een afspraak?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Persoonlijke verzorging Noem enkele voorbeelden
Slide 17 - Mind map
Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.
Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indruk
Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.
Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indrukt