Les 8.2 - Marketing VS - H7

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 2

Wat betekent het begrip ‘one­stop­shopping’? Kies het juiste antwoord

1. Winkelen in een winkel die extra service aanbiedt.
2. Winkelen in een winkel die geen service aanbiedt.
3. Winkelen in een winkel die één soort artikel aanbiedt.
4. Winkelen in een winkel die meerdere assortimentsgroepen aan­ biedt.

Waarom is het een vorm van hospitality om in te spelen op one­stop­ shopping?

Wat is het verschil tussen runshoppers en funshoppers?

Wat moet je doen wanneer het druk is in de winkel en je bezig bent met een sociale klant? Kies het juiste antwoord.

1. Een gesprek aangaan.
2. Extraatjes bieden.
3. Vriendelijk onderbreken.

Yvette begroet een klant. De klant vraagt haar direct waar een bepaalde laptop ligt. Hij weet precies wat hij wil. Yvette loopt met hem mee. Ze vraagt hem waar hij de laptop voor gaat gebruiken. De klant zegt dat het een zakelijke laptop moet zijn. Hij moet hierop veel videobewerking doen. Yvette stelt een laptop voor. De klant vraagt haar waarom deze laptop geschikt is en die ander, die goedkoper is, niet.
Wat voor soort klant is dit? Kies het juiste antwoord.

1. hybride klant
2. kritische klant
3. sociale klant

Yvette wil nog advies geven over de beschermtas voor de laptop. De klant geeft aan de tas wel te herkennen van andere collega’s. Het is een goede tas. Deze wil hij.
Welke voortzetting van het verkoopgesprek stel je voor?