Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Het hart 15.6

Het Hart 15.6
Theorie boek blz:
186 t/m 190
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het Hart 15.6
Theorie boek blz:
186 t/m 190

Slide 1 - Slide

Wat hebben jullie
tot nu toe geleerd
over het hart

Slide 2 - Mind map

Vertel in je eigen woorden waar het hart ligt.

Slide 3 - Open question

Benoem de 4 holtes van het hart

Slide 4 - Open question

Boezems zijn de onderste holtes van het hart.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar zorgt de hartkleppen voor?

Slide 6 - Open question

Beschrijf in je eigenwoorden de werking van het hart.

Slide 7 - Open question

Schets het hart
teken daarbij het grote bloedsomloop en de kleine bloedsomloop
(zet er ook bij welke is grote welke is kleine)

Slide 8 - Open question

Op welk slagaders kan je
je hartslag meten

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is het verschil tussen arteriosclerose en Trombose?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hartinfarct en hartfallen zijn hetzelfde?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat is het verschil tussen hartfallen en hartifarct?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Zoek in je boek of
op het internet
de verschijnselen
die je bij CVA krijgt.
Noem ze op

Slide 25 - Mind map

Benoem de
restverschijnselen

Slide 26 - Mind map

Schrijf in je eigen woorden
wat is revalidatie

Slide 27 - Open question

Waar moet je aan
denken als je Verzorging
hoort bij een
client met CVA

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Video

Spraakstoornis
Als CVA in linkerdeel van de hersenen optreed kan de client spraakstoornis krijgen.
Dat betekend:
  • De client kan de taal niet of niet juist gebruiken (afasie)
  • niet meer begrijpen
Het gene die het vaakst voor komt is een mengvorm van deze twee.
De client kan hulp krijgen van een Logopedist
Logopedist= hulpverlener die mensen helpt bij spraak- taal- gehoor en stemproblemen

Slide 30 - Slide

Hoe zou jij iemand die spraakstoornis heeft helpen in de zorg.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide