Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Optioneel: Test je kennis leereenheid 4, 5 en 6

Trainen en gezondheid
Begeleiden en Lesgeven
Toets P2
Planning & lesopbouw, organisatie en bewegingsvormen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
B&LMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Trainen en gezondheid
Begeleiden en Lesgeven
Toets P2
Planning & lesopbouw, organisatie en bewegingsvormen

Slide 1 - Slide

Open vragen

Slide 2 - Slide

Welke functies heeft planning volgens het boek ‘de sportleider als lesgever’?

Slide 3 - Open question

Welke 4 kenmerken horen bij een open planning?

Slide 4 - Open question

De warming-up of inleiding kan verschillende functies vervullen. Noem de drie functies van een warming-up.

Slide 5 - Open question

In de kern van de les staat leren centraal. Uit welke inhoud kan de kern van de les bestaan?

Slide 6 - Open question

Een goede organisatie bepaalt grotendeels het succes van je les. Noem drie functies van organiseren

Slide 7 - Open question

Geef een praktijkvoorbeeld van een inhoudelijke differentiatie:

Slide 8 - Open question

Geef een praktijkvoorbeeld van een organisatorische differentiatie

Slide 9 - Open question

Als we het over bewegingsvormen hebben, hebben we het over de inhoud van de les. Welke vier functies kunnen bewegingsvormen hebben?

Slide 10 - Open question

Bewegingsvormen moeten aan een aantal kwaliteitseisen voldoen. Benoem drie kwaliteitseisen.

Slide 11 - Open question

Wat wordt er bedoeld met de arbeidscurve tijdens een les?

Slide 12 - Open question

Sleepvragen

Slide 13 - Slide

Organiseren kent verschillende functies. Sleep het juiste voorbeeld naar de juiste functie
Veilig verloop van de les
Intensief verloop van de les
Doelmatig verloop van de les
Veel beweging
De plaats van materialen in de zaal
werken in kleine groep
Aanleren van een bewegingsvorm

Slide 14 - Drag question

Sleep het BHU model naar de juiste plek:
Beginsituatie
Herstellen
Uitbreidingsvormen
Basisvormen
Herhalingsvormen
Uitbreidingsvormen
Basisvormen
Hoog niveau
Uitmuntende vormen
BHU model

Slide 15 - Drag question

Sleep de juiste uitleg naar de bijbehorende functie van planning
Steunfunctie
Afstemmingsfunctie
Verantwoordingsfunctie
lessen op elkaar aan laten sluiten
Geeft sturing aan wat je doet
Uitleg geven over gemaakte keuzes

Slide 16 - Drag question

0

Slide 17 - Video


Er is in dit filmpje sprake van:
A
Organisatorische differentiatie
B
Variatie
C
Non-verbale differentiatie
D
Inhoudelijke differentiatie

Slide 18 - Quiz

Multiple Choice vragen

Slide 19 - Slide


Een macroplanning is een planning:
A
Voor 1 les
B
Voor de korte termijn
C
Voor de middellange termijn
D
Voor een lange termijn

Slide 20 - Quiz


Een microplanning is een planning:
A
Voor de korte termijn
B
Voor de middellange termijn
C
Voor de lange termijn
D
Voor een jaar

Slide 21 - Quiz


Bij een gesloten planning:
A
Zijn de doelen algemeen beschreven
B
Is de beginsituatie globaal uitgewerkt
C
Stel je zelf een planning op zonder overleg met de groep
D
Is de organisatie op basis van interesse van sporters

Slide 22 - Quiz


Bij een open planning:
A
Zijn de bewegingsvormen prestatiegericht
B
Is de evaluatie van de activiteit objectief en productmatig
C
Is de lesopbouw flexibel, niet vaststaand
D
Is de trainingssituatie wedstrijd gericht

Slide 23 - Quiz


Welke van deze kenmerken hoort bij een gesloten planning?
A
Overleg met de groep
B
Recreatiesport
C
Prestatiesport
D
Flexibel

Slide 24 - Quiz


Welke van deze kenmerken hoort bij een open planning?
A
Productmatig
B
Flexibel
C
Homogene groepen

Slide 25 - Quiz


"Een goede lesopbouw zorgt dat de les aansluit bij de belevingswereld van de deelnemer". Bij welke reden past deze zin?
A
Een les moet geordend en gestructureerd zijn
B
Een les moet fysiologisch veelzijdig zijn
C
Deelnemers moeten psychologisch niet eenzijdig worden belast
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 26 - Quiz


Wat wordt bedoeld met de fysiologische functie van de warming-up?
A
Een manier om in de sfeer van de les te komen
B
Een wijze waarop de lesgever met de deelnemers wenst om te gaan
C
Het opwarmen van het lichaam
D
Het aanleren en verbeteringen toepassen

Slide 27 - Quiz


In welk gedeelte van de les wordt de doelstelling behaald?
A
Cooling down
B
Kern
C
Lesintroductie
D
Warming-up

Slide 28 - Quiz


De sportleider moet proberen de deelnemers zoveel mogelijk te laten bewegen. Welke functie van een goede organisatie wordt hier bedoeld? Een goede organisatie leidt tot:
A
Een intensief verlopende les
B
Een veilig verlopende les
C
Een doelmatig verlopende les
D
Een gezellig verlopende les

Slide 29 - Quiz


Welke onderstaande tip past het beste bij veiligheid?
A
Zorg dat de opstelling van het materiaal een bijdrage levert aan een vlot verloop
B
Kies een positie van waaruit je de situatie goed kunt overzien
C
Maak bewust een keuze uit een vrije opstelling of een gebonden opstelling
D
Bij een buitenactiviteit houd je rekening met de zon en de wind

Slide 30 - Quiz


Martijn wil bij een spelvorm even sterke partijen hebben. Wat is de beste manier om in deze situatie de partijen te maken?
A
Afnummeren
B
De deelnemers zelf partijen laten maken
C
Martijn zelf de partijen laten maken
D
Loten

Slide 31 - Quiz


Wat wordt verstaan onder inhoudelijke differentiaties?
A
Je past de organisatie aan
B
Je past de bewegingsvorm aan
C
Je besteed alleen aandacht aan de betere bewegers in de groep
D
Je biedt alleen moeilijkere vormen aan

Slide 32 - Quiz


Het werken in meerdere groepjes is een voorbeeld van inhoudelijke differentiaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz


Bij welk onderstaand antwoord wordt er NIET gedifferentieerd op arrangementsniveau?
A
Bij het spelen van overtalsituaties bij hockey
B
Hurksprong over de breedte van de kast of hurksprong over de lengte van de kast
C
Rondo waarbij het aantal balcontacten vrij is; rondo waarbij de bal maar 1 keer geraakt mag worden
D
Doelen op een hoge korf, doelen op een lage korf

Slide 34 - Quiz


Een veel gekozen manier om te differentiëren is het BHU-model. Dit is:
A
Beginsituatie - herstellen - uitbreidingsvormen
B
Basisniveau - hoog niveau - uitmuntend niveau
C
Basisvormen - herhalingsvormen - uitbreidingsvormen
D
Bewegen - herhalingsvormen - uitbreidingsvormen

Slide 35 - Quiz


Je kunt op 2 manieren een bewegingsvorm aanpassen. Welke 2?
A
Organisatorische differentiatie ook wel genoemd verandering op arrangementsniveau en inhoudelijk differentiatie ook wel genoemd verandering op leervoorstelniveau
B
Organisatorische differentiatie ook wel genoemd verandering op arrangementsniveau en praktische differentiatie
C
Inhoudelijke differentiatie ook wel genoemd verandering op leervoorstelniveau en praktische differentiatie
D
Praktische differentiatie en organisatorische differentiatie

Slide 36 - Quiz


Tijdens een hockeywedstrijd constateert de trainer dat de opbouw van achteruit niet goed gaat. De eerstvolgende training besteed hij hier aandacht aan. Van welke eis gesteld aan bewegingsvormen is dit een voorbeeld?
A
Bewegingsvormen zijn gebaseerd op evaluatie
B
Dat bewegingsvormen voldoende belevingswaarde moeten hebben
C
Bewegingsvormen dragen bij aan het realiseren van doelen
D
Bewegingsvormen zijn betekenisvol

Slide 37 - Quiz


Als je met een deelmethode werkt wordt een beweging in een aantal kleine stukjes opgedeeld. Deze deelbewegingen worden als aparte bewegingsvormen geoefend. Welke van onderstaande antwoorden is een voordeel van de deelmethode?
A
De lesgever kan optimaal gebruikmaken van zijn deskundigheid
B
Er zijn weinig correctiemogelijkheden
C
Het verband tussen de diverse deelbewegingen en de uiteindelijke eindbeweging is voor de SB-deelnemers erg duidelijk, waardoor ze gemotiveerd zijn.
D
De gekozen bewegingsvormen zijn betekenisvol in relatie tot de situatie waarin ze gebruikt gaan worden

Slide 38 - Quiz


Waarvan is het gebruik van een ballenkanon bij tennis een voorbeeld?
A
Het gebruik van de totaalmethode
B
Het gebruik van methodische-didactische hulpmiddelen
C
Het gebruik van een leergang
D
Inspelen op de concentratieboog

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Lesgeven, een continu proces. Welke stappen doorloop je continu?

Slide 41 - Open question