What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Voorzetsels
Voorzetsels
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voorzetsels
Slide 1 - Slide
Aan het einde van de les...
1. Weet ik wat een voorzetsel is.
2. Kan ik een voorzetsel herkennen.
Slide 2 - Slide
Wat zijn voorzetsels
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welk woord is een voorzetsel?
Kim gaat op de stoel zitten.
A
stoel
B
Kim
C
zitten
D
op
Slide 5 - Quiz
Welk woord is een voorzetsel?
Dylan gaat achter de stoel staan.
A
de
B
staan
C
achter
D
stoel
Slide 6 - Quiz
Welk woord is een voorzetsel?
De vogel vliegt door de kooi.
A
kooi
B
door
C
vogel
D
de
Slide 7 - Quiz
Welk woord is een voorzetsel?
Ik loop om de kast heen.
A
ik
B
heen
C
de
D
om
Slide 8 - Quiz
Welk woord is een voorzetsel?
Ik eet een boterham zonder boter.
A
ik
B
eet
C
zonder
D
een
Slide 9 - Quiz
Welk woord is een voorzetsel?
Ik sta buiten de kooi.
Slide 10 - Open question
Welk woord is een voorzetsel?
Ik sta op de Eiffeltoren.
Slide 11 - Open question
Welk woord is een voorzetsel?
Ik verstop me achter de kast.
Slide 12 - Open question
Welk woord is een voorzetsel?
Hij staat naast zijn vriendin.
Slide 13 - Open question
Verzin zelf eens een zin met een voorvoegsel.
Deze gaan we dadelijk bespreken.
Slide 14 - Open question
Hoe was de les over voorzetsels?
Ik weet wat voorzetsels zijn.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 15 - Poll