RSG 't Rijks

M2 Meervouden

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Athletic

Slide 2 - Open question

Muscular

Slide 3 - Open question

wrinkles

Slide 4 - Open question

Identical

Slide 5 - Open question

Birthmark

Slide 6 - Open question

Beugel

Slide 7 - Open question

Aantrekkelijk

Slide 8 - Open question

Lengte

Slide 9 - Open question

Uiterlijk

Slide 10 - Open question

Ouderwets

Slide 11 - Open question

Meervoud
Je gebruikt meervoud als er meer dan een van iets is.

In het engels heb je verschillende manieren om dit te doen.


Slide 12 - Slide

meervoud -s
Meestal eindigen woorden op -s in het meervoud
Deze -s schrijf je vast aan het woord
car - cars
shield - shields
face - faces
tree - trees
GEEN APOSTROF S DUS!!

Slide 13 - Slide

Eindigen op sis klank
Sommige woorden eindigen op een sis klank (s, ch, sh, x)
Deze krijgen -es in het meervoud
bus - buses
watch - watches
wish - wishes
Fox - Foxes

Slide 14 - Slide

Eindigen op een o
Woorden die eindigen op een medeklinker met een  o krijgen ook -es erachter.

potato - potatoes
piano - pianoes
zero - zeroes
mosquito - mosquitoes


Slide 15 - Slide

eindigen op medeklinker en -y
Sommige woorden eindigen met een medeklinker met een -y erachter
Deze krijgen -ies in het meervoud
story - stories
party - parties
battery - batteries


Slide 16 - Slide

Eindigen op -fe of -f
Sommige woorden eindigen op -fe of -f
Deze woorden krijgen -ves in het meervoud
life - lives
wife - wives
thief - thieves
loaf - loaves

Slide 17 - Slide

Eigen vorm
Sommige woorden hebben een eigen vorm
cactus - cacti
crisis - crises
goose - geese
 tooth - teeth




Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Do ex. 5, 6, 7, 8

Slide 20 - Slide